ECLI:NL:RBMNE:2021:3679
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag woningurgentie wegens niet voldoen aan voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal over de afwijzing van een aanvraag voor een woonurgentieverklaring. De eiser had op 22 april 2020 een aanvraag ingediend, die door verweerder werd afgewezen omdat niet aan de voorwaarden voor urgentie was voldaan. Het bezwaar van eiser tegen deze afwijzing werd op 28 september 2020 ongegrond verklaard, waarna eiser beroep instelde. Beide partijen hebben ervoor gekozen om geen zitting te houden, waardoor de rechtbank het onderzoek zonder zitting heeft gesloten.
De rechtbank overwoog dat de verweerder terecht had vastgesteld dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 24 van de Huisvestingsverordening. Eiser had een huurachterstand en was betrokken bij een ontruimingsprocedure, wat zijn recht op huurbescherming niet in stand hield. De rechtbank oordeelde dat eiser onvoldoende had onderbouwd dat hij niet in staat was om zelf een woning te vinden en dat zijn medische klachten geen reden vormden voor urgentie. Eiser had zich pas laat ingeschreven bij de gemeente, terwijl zijn woonproblemen al eerder speelden. De rechtbank concludeerde dat de situatie van eiser niet uitzonderlijk genoeg was om een urgentieverklaring te rechtvaardigen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Eiser had geen recht op de gevraagde urgentie, omdat hij niet had aangetoond dat zijn acute woonnoodsituatie buiten zijn schuld was ontstaan en hij onvoldoende eigen inspanning had geleverd om een passende woning te vinden. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen ontvingen een afschrift van de uitspraak.