ECLI:NL:RBMNE:2021:3717
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de hoogte van het dagloon in het kader van de Ziektewet
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de hoogte van haar dagloon in het kader van de Ziektewet. Eiseres, die op 6 januari 2020 in dienst trad bij een bedrijf, meldde zich op 16 maart 2020 ziek. Het Uwv bepaalde haar dagloon op € 74,65, gebaseerd op haar inkomsten in de referteperiode van 6 januari 2020 tot en met 31 januari 2020. Eiseres was het niet eens met deze berekening en stelde dat haar dagloon hoger zou moeten zijn, gebaseerd op haar maandloon in februari 2020 of het gemiddelde van januari en februari 2020.
De rechtbank heeft de besluiten van het Uwv, die het bezwaar van eiseres ongegrond verklaarden, beoordeeld. Tijdens de zitting op 21 juni 2021, die via Skype plaatsvond, heeft eiseres haar standpunt toegelicht, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. De rechtbank overwoog dat het Uwv zich aan de regels van het Dagloonbesluit moet houden en dat er geen ruimte is voor afwijkingen, zelfs niet als dat tot een gunstiger resultaat voor de werknemer zou leiden. De rechtbank concludeerde dat de berekening van het dagloon door het Uwv correct was en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan op 2 augustus 2021 en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.