ECLI:NL:RBMNE:2021:3728
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
Op 12 april 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen STIL Utrecht (eiseres) en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (verweerder) onder zaaknummer UTR 20/3974. Deze uitspraak betreft het beroep van eiseres omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiseres had haar verzoek op 14 juli 2020 ingediend, en verweerder ontving dit verzoek op 16 juli 2020. Volgens de Wob diende verweerder binnen vier weken, dus uiterlijk op 13 augustus 2020, te beslissen. Eiseres heeft echter op 20 augustus 2020 ingestemd met een verlenging van de beslistermijn, maar deze verlenging was niet correct omdat deze niet voor de oorspronkelijke termijn van 13 augustus 2020 was aangevraagd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres verweerder op 22 september 2020 in gebreke heeft gesteld. Aangezien verweerder nog steeds geen besluit had genomen, heeft de rechtbank bepaald dat verweerder dit alsnog moet doen binnen twee weken na verzending van de uitspraak. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn nog wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen het griffierecht van € 354,- aan eiseres te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.