Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat het om?
3.Wat wil [eiseres] en wat vindt [gedaagde] daarvan?
Verder is hij van mening dat zijn belang bij de huur van de woning zwaarder moet wegen dan het belang van [eiseres] , omdat in de woning speciale voorzieningen zijn aangebracht die hij nodig heeft wegens zijn handicap. Het is bovendien niet zo dat hij de woning niet nodig heeft omdat hij nog jaren gedetineerd is. Hij mag binnenkort de weekenden naar buiten en vervolgens ook doordeweeks, waarbij hij alleen nog ‘s -nachts in detentie verblijft. De laatste 8 maanden van zijn straf mag hij met een enkelband thuis doorbrengen.
4.Wat is de beoordeling van de kantonrechter?
op grond van dit artikel medehuurder of huurder is, (cursivering kantonrechter) hoofdelijk jegens de verhuurder aansprakelijk, met dien verstande dat een medehuurder niet aansprakelijk is voor verplichtingen die reeds opeisbaar waren voordat hij medehuurder werd.”
“
Indien op het gezamenlijk verzoek van een huurder en van een andere persoon die in de woonruimte zijn hoofdverblijf heeft en met de huurder een duurzame gemeenschappelijke huishouding heeft,(cursivering kantonrechter) alsmede van een medehuurder wanneer die er is, de verhuurder niet binnen drie maanden schriftelijk heeft verklaard er mede in te stemmen dat die andere persoon medehuurder zal zijn, kunnen de huurder en die andere persoon, alsmede een medehuurder wanneer die er is, gezamenlijk verzoeken dat de rechter zal bepalen dat deze persoon met ingang van een in het vonnis te bepalen tijdstip medehuurder zal zijn.”
een gezamenlijk verzoekvan die persoon en de huurder aan de verhuurder.
nietgedaan en hij heeft het aanvraagformulier via officiële kanalen en door tussenkomst van zijn advocaat,
ongetekend geretourneerd. Daarna heeft [eiseres] het nogmaals geprobeerd. Enkele maanden later stuurden zijn ouders hem namelijk eenzelfde aanvraagformulier toe, dat [eiseres] aan zijn zuster bleek te hebben gegeven. Hij heeft ook die keer niet getekend, maar het aanvraagformulier ongetekend teruggestuurd aan zijn ouders, die het nog steeds in hun bezit hebben.
tijdens zijn detentievanuit [naam land] aan [eiseres] het door haar gestelde ondertekende aanvraagformulier heeft toegezonden. Zij heeft voorts niet betwist dat zij aan [gedaagde] , enkele maanden na het eerste verzoek, via zijn zuster een tweede verzoek tot ondertekening van een aanvraagformulier heeft gedaan en dat zij dat tweede aanvraagformulier – in tegenstelling tot het eerste aanvraagformulier – niet heeft teruggekregen. Dit brengt met zich dat de lezing die [eiseres] van de gang van zaken ter verkrijging van het medehuurderschap heeft gegeven, niet kan worden gevolgd. Immers, als juist zou zijn dat [eiseres] van [gedaagde] een aanvraagformulier voorzien van zijn handtekening retour heeft ontvangen dan moet dat dus zijn geweest in reactie op haar eerste verzoek, maar in dat geval bestond er voor haar geen reden meer om enkele maanden later een tweede ondertekeningsverzoek aan [gedaagde] te doen, via zijn zuster.