In deze zaak heeft verzoekster, een individu uit [plaats], een verzoek ingediend om vergoeding van haar proceskosten na het intrekken van haar beroep tegen een niet tijdig genomen besluit door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Verzoekster ging op 17 mei 2021 in beroep, waarna verweerder op 24 juni 2021 alsnog een besluit nam. Na deze beslissing trok verzoekster haar beroep in en vroeg zij om vergoeding van de gemaakte proceskosten. De rechtbank heeft op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) de proceskosten vastgesteld op € 374,-, waarbij een wegingsfactor van 0,5 is toegepast omdat de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van het griffierecht van € 181,- aan verzoekster. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer op 27 juli 2021 en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.