ECLI:NL:RBMNE:2021:4031
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht behandeld. Eiser heeft zijn beroepschrift te laat ingediend, waardoor de rechtbank niet inhoudelijk kan ingaan op de zaak. Het besluit waartegen het beroep is ingesteld, werd bekendgemaakt op 31 maart 2021, en het beroepschrift had uiterlijk op 12 mei 2021 ingediend moeten zijn. De rechtbank ontving het beroepschrift echter pas op 14 mei 2021, wat te laat is.
De rechtbank overweegt dat een beroep binnen zes weken na bekendmaking van het besluit moet worden ingediend, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser stelt dat hij te laat was omdat hij het besluit niet tijdig heeft opgemerkt, aangezien het enkel via Zivver was verzonden en niet per gewone post. De rechtbank oordeelt echter dat deze reden niet geldig is, omdat verweerder eiser eerder had geïnformeerd over de digitale procedure en de mogelijkheid had geboden om het besluit schriftelijk te ontvangen.
De rechtbank benadrukt dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift een fatale termijn van openbare orde is, die niet kan worden gewijzigd. Aangezien er geen verschoonbare omstandigheden zijn die het te laat indienen rechtvaardigen, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer en is openbaar gemaakt op 22 juli 2021.