ECLI:NL:RBMNE:2021:4032
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de bestuursrechter in beroep tegen brief Nationale Ombudsman
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen de brief van de Nationale Ombudsman van 17 augustus 2020 behandeld. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat de brief van de Nationale Ombudsman geen besluit is waartegen beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter. Volgens de Awb kan beroep alleen worden ingesteld tegen besluiten van bestuursorganen. De Nationale Ombudsman valt echter niet onder de definitie van een bestuursorgaan zoals vastgelegd in artikel 1:1, lid 1 van de Awb. Hierdoor is de rechtbank onbevoegd om van het beroep kennis te nemen.
De rechtbank legt verder uit dat, omdat het besluit niet afkomstig is van een bestuursorgaan, eiser zich met deze zaak uitsluitend tot de burgerlijke rechter kan wenden, zoals vermeld in artikel 8:71 van de Awb. De rechtbank verklaart zich onbevoegd en besluit om het griffierecht niet te heffen, aangezien eiser dit al heeft betaald. Dit griffierecht zal worden teruggestort. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, en is openbaar gemaakt op 28 juli 2021.