ECLI:NL:RBMNE:2021:4039

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 augustus 2021
Publicatiedatum
24 augustus 2021
Zaaknummer
UTR 21/997
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen besluit Belastingdienst/Toeslagen

Op 24 augustus 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de Belastingdienst/Toeslagen. De zaak betreft een verzoek van de verzoeker om vergoeding van proceskosten na het intrekken van zijn beroep tegen een besluit van de Belastingdienst. Op 18 januari 2021 had de Belastingdienst een besluit genomen waartegen de verzoeker in beroep ging. Echter, op 31 maart 2021 heeft de Belastingdienst medegedeeld dat zij terugkomt op het besluit en dit intrekt, wat overeenkomt met de wens van de verzoeker. Na deze intrekking heeft de verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.

De rechtbank overweegt dat op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) een partij de proceskosten van de tegenpartij kan laten betalen. Echter, alleen kosten gemaakt door een professionele juridische hulpverlener komen in aanmerking voor vergoeding. Aangezien de verzoeker geen advocaat of andere professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld, zijn er geen kosten die voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank oordeelt dat de verzoeker recht heeft op vergoeding van het griffierecht van € 49,-, maar wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/997

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 augustus 2021 in de zaak tussen

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,

en

de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoeker om vergoeding van zijn proceskosten.
Verweerder heeft op niet gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

1. Verweerder heeft op 18 januari 2021 een besluit genomen. Verzoeker is hiertegen in beroep gegaan. Op 31 maart 2021 heeft verweerder medegedeeld dat hij terugkomt op het besluit van 18 januari 2021 en dat hij dit besluit intrekt. Verweerder heeft dus gedaan wat verzoeker wilde. Verzoeker heeft daarna het beroep ingetrokken en een vergoeding gevraagd voor zijn/haar proceskosten.
2. De rechtbank kan een partij de proceskosten van de tegenpartij laten betalen (artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)).
3. Alleen de kosten die gemaakt zijn door een professionele (juridische) hulpverlener kunnen worden vergoed. Omdat verzoeker geen advocaat of andere professionele juridische hulpverlener heeft, zijn er ook geen kosten die vergoed kunnen worden.
4. Verweerder moet het griffierecht van € 49,- aan verzoeker betalen (artikel 8:41 Awb).
5. De rechtbank wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 24 augustus 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.