ECLI:NL:RBMNE:2021:4040

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 augustus 2021
Publicatiedatum
24 augustus 2021
Zaaknummer
UTR 20/3885
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens gebrek aan machtiging

Op 24 augustus 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. Eiser had op 19 oktober 2020 beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 16 oktober 2020. De rechtbank heeft in deze uitspraak overwogen dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor de zaak niet inhoudelijk kan worden behandeld.

De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. Volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een machtiging vereist wanneer iemand namens een ander in beroep gaat. Eiser heeft op 24 februari 2021 een aangetekende brief ontvangen waarin hij werd verzocht om binnen vier weken een machtiging in te dienen. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze brief.

Gelet op het ontbreken van de vereiste machtiging, heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld en heeft zij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van J. Fagel, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/3885

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 augustus 2021 in de zaak tussen

[eiser] te [woonplaats] , eiser,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 19 oktober 2020 tegen het besluit van verweerder van 16 oktober 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die namens een ander in beroep gaat moet, als de rechtbank daar om vraagt, een machtiging indienen waar in staat dat hij dat namens die ander mag doen. Dit staat in artikel 8:24 van de Awb. Als dat niet gebeurt, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom er geen machtiging is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiser op 24 februari 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser binnen vier weken een machtiging moet indienen, waar in staat dat [A] het goed vindt dat eiser namens hem optreedt.
4. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief.
5. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 24 augustus 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.