Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van de vrouw met bijlagen 1 tot en met 14, binnengekomen op 29 april 2019;
- het verweerschrift van de man met daarin een aantal zelfstandige verzoeken (tegenverzoeken) met bijlagen 1 tot en met 14, van 12 juli 2019;
- het verweerschrift van de vrouw op de zelfstandige verzoeken van de man, met aanvulling van haar verzoeken en een incident, met bijlagen 1 tot en met 5, van 9 september 2019;
- de brief van de man met bijlagen A en B, van 20 april 2020;
- de akte met aanvullend verzoek met bijlagen 16 en 17 van de man, van 15 juni 2020;
- het aanvullend verzoekschrift met bijlagen 5 tot en met 62 van de vrouw, van 16 juni 2020;
- de reactie van de man op het aanvullend verzoekschrift van de vrouw met bijlagen 18 tot en met 32, van 30 september 2020;
- de akte met aanvullend verzoek met bijlagen 60 tot en met 76 van de vrouw, van 30 september 2020;
- de brief van de vrouw met bijlagen 77 tot en met 88, van 10 december 2020;
- het F-formulier van de vrouw met bijlage 89, van 11 december 2020;
- de brief van de man met bijlagen 33 tot en met 41, van 11 december 2020;
- de akte uitlating toepasselijk recht van de man, van 15 december 2020;
- de akte uitlating toepasselijk recht van de vrouw, van 17 december 2020;
- de brief van de man met bijlage 42, van 21 december 2020.
- de e-mail van de man, van 12 januari 2021;
- het F-formulier van de vrouw, van 12 januari 2021.
2.Waar gaat het over?
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2013 in [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2015 in [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2016 in [geboorteplaats] .
- het hoofdverblijf van de kinderen bij haar te bepalen;
- te bepalen dat de vrouw nog zes maanden in de woning aan de [adres] in [woonplaats] mag blijven wonen na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand;
- vast te stellen dat de man € 1.895,93 per kind per maand aan de vrouw moet betalen aan kinderalimentatie en € 8.744,37 netto per maand aan partneralimentatie.
3.De beoordeling
€ 4.000,- per maand. Wat partijen per maand te besteden hadden is zeer onduidelijk en valt voor de rechtbank niet vast te stellen. Maar de rechtbank is van oordeel dat door de vrouw voldoende is aangetoond dat er (veel) meer geld binnenkwam dan dat er uit de door de man ingediende stukken blijkt, zodat de rechtbank niet van de inkomensgegevens van de man uit kan gaan. De vrouw heeft vele bonnen overgelegd van uitgaven die in 2018 (en ook de jaren daarvoor) door partijen zijn gedaan, waaronder meerdere uitgaven bij high end merken als Gucci, Louis Vuitton, Christian Dior, Chanel en Hermès. Zij becijfert in een opgesteld overzicht (waarbij zij ook vermeende contante uitgaven optelt) de uitgaven van partijen in 2018 op € 208.176,93. Daar bovenop komen volgens de vrouw nog de vaste lasten en (nog meer) contante betalingen. De man heeft in zijn algemeenheid betwist dat er sprake is van zwarte inkomsten. Verder heeft hij een aantal bonnen en uitgaven specifiek betwist en heeft hij gewezen op een aantal dubbeltellingen in de overzichten van de vrouw. Dit verweer verklaart echter niet het verschil tussen de levensstijl van partijen zoals die blijkt uit de overgelegde bonnen en de inkomsten zoals die volgen uit de belastingaangiften. De man heeft de onderbouwing van de vrouw (met name productie 20) niet concreet en specifiek (per uitgave) betwist en hij heeft niet gesteld waar volgens hem vanuit gegaan zou moeten worden indien zijn primaire standpunt niet wordt gevolgd. Dit lag – gelet op het onderbouwde standpunt van de vrouw – wel op de weg van de man. De man heeft op de zitting verklaard de uitgaven zoals deze uit de stukken van de vrouw volgen niet te herkennen, geschrokken te zijn van de hoeveelheid en dat hij niet anders kan dan concluderen dat er andere inkomensstromen zijn, maar dat die dan bij de vrouw vandaan moeten komen. Wat daar ook van zij (op dit standpunt wordt hieronder bij de draagkracht van de man nader ingegaan), ook indien de geldstromen bij de vrouw vandaan zouden komen, zijn zij besteed aan het gezin en dus bepalend voor de behoefte van de kinderen.
“Wie geeft 20.000 euro uit in 5 weken ? Willen Alexander niet eens”.De man heeft niet betwist dat dit een bericht was van hem aan de vrouw.
- de hypotheekrente (€ 980)
- de kosten voor onderhoud van het huis en de tuin (samen € 450)
- de kosten voor de auto (samen € 764)
- de kosten voor hulp in de huishouding (€ 100)
- de kosten voor persoonlijke verzorging (€ 300)
- het onderdeel sparen (€ 1.000)
- het onderdeel bijzondere kosten (€ 700)
€ 5.680,- per maand.
€ 226.605,- (met productie 46 en 48 als onderbouwing). Het gemiddelde hiervan is
€ 280.802,50, dus afgerond € 280.800,-.
4.De beslissing
- de activa en de passiva van de eenmanszaak coffeeshop “ [onderneming 1] ”, onder verrekening van de intrinsieke waarde van de onderneming met de vrouw;
- de helft van de saldi op alle bankrekeningen van partijen, onder de verplichting om aan de vrouw afschriften te overleggen van het saldo op de peildatum van elke bankrekening op zijn naam;
- de motor van het merk Harley Davidson, onder de verplichting om de helft van de nog te taxeren waarde aan de vrouw te voldoen;
- de scooter type Riva met kenteken [kenteken 2] , onder de verplichting om de helft van de nog te taxeren waarde aan de vrouw te voldoen;
- de Larson speedboot met registratieteken [registratieteken] , onder de verplichting om de helft van de waarde van € 25.000,- dus € 12.500,- aan de vrouw te voldoen;
- de appartementen in Marokko die op naam staan van de vrouw, onder de verplichting om de helft van de waarde van € 280.800, dus € 140.400,- aan de man te voldoen;
- het onroerend goed in Marokko dat op de peildatum eigendom was van de man, voor zover hiervan sprake is, zonder verrekening met de man;
- de helft van de saldi op alle bankrekeningen van partijen, onder de verplichting om aan de man afschriften te tonen van het saldo op de peildatum van elke bankrekening op haar naam;
- haar tassen en sieraden (waaronder horloges), onder de verplichting om de helft van de nog overeen te komen dan wel te taxeren waarde aan de man te voldoen;
- de bakfiets, onder de verplichting om de helft van de waarde van € 250,-, dus € 125,- aan de man te voldoen;
- de auto van het merk Audi type Q3 kenteken [kenteken 1] onder de verplichting om de helft van de nog te taxeren waarde aan de man te voldoen;
- de vordering op mevrouw [B] op de peildatum, voor zover hiervan sprake is, zonder verrekening met de man;
- de vrouw krijgt één maand de tijd om te onderzoeken of zij de woning kan en wil overnemen voor de getaxeerde waarde van € 820.000,-, onder de voorwaarde dat de man wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de aan de woning verbonden hypothecaire geldlening;
- indien de vrouw de woning kan en wil overnemen krijgt zij vervolgens een termijn van drie maanden om de financiering te realiseren, waarbij zij binnen deze termijn schriftelijk aan de man dient aan te tonen dat zij de woning kan financieren en dat de bank de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid zal ontslaan;
- als blijkt dat de vrouw de woning kan financieren, zal de woning binnen twee weken nadat dit is gebleken moeten worden geleverd aan de vrouw, waarbij partijen ieder de kosten van de levering voor de helft dragen;
- bij overname van de woning door de vrouw zal de vrouw aan de man een bedrag uitkeren ter hoogte van de helft van de overwaarde;
- bij overname van de woning door de vrouw zal aan haar de levensverzekering(en) worden toegedeeld voor zover deze aan de woning gekoppeld zijn, tegen vergoeding van de helft van de waarde daarvan op het moment van overdracht aan de man;
- indien de vrouw de woning niet kan of wil overnemen en/of de man niet kan worden ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake van de hypothecaire geldlening, zal de woning verkocht worden aan een derde, partijen zullen zich in dat geval gezamenlijk wenden tot een makelaar die de verkoop van de woning zal begeleiden en een laat- en vraagprijs zal bepalen;
- de man dient in dat geval uiterlijk twee weken nadat de vrouw heeft laten weten dat zij de woning niet kan of wil overnemen, drie makelaars aan te wijzen en de vrouw dient daaruit vervolgens binnen één week een makelaar te kiezen;
- partijen zullen de kosten van de verkoop en de levering van de woning aan een derde ieder voor de helft dragen;
- indien de woning wordt verkocht zal de verkoopopbrengst (na aftrek van de aan de verkoop verbonden kosten), en de dan vrijgekomen uitkering uit de levensverzekering(en), worden gebruikt ter aflossing van de aan de woning gekoppelde hypothecaire geldlening, waarna het restant bij helfte tussen partijen zal worden verdeeld;
- in het geval dat de levensverzekeringen niet aan de woning gekoppeld zijn, zullen partijen overgaan tot het afkopen van de levensverzekeringen en de vrijgekomen uitkering bij helfte delen;