Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 januari 2021 op het verzet van
[opposant], te [woonplaats], opposant.
Procesverloop
Overwegingen
27 juli 2019 is ontvangen door het college wordt niet betwijfeld. De eventuele gevolgen van het destijds zoek raken of niet juist registreren van deze brief komen in beginsel voor risico van het college. Echter neemt dit niet weg dat een enkele verwijzing naar de brief van 27 juli 2019 in de brief van 20 maart 2020 niet voldoende duidelijkheid geeft aan het college welke aanvraag is gedaan en welke beslissing wordt verlangd. Opposant heeft op 4 september 2019 ook al een brief naar het college verzonden waarin wordt verzocht om voortvarend te werk te gaan omdat er niet tijdig is beslist. Opposant refereert hier naar de brief van 29 juli 2019. Deze datum komt niet overeen met de datum van het verzoek, wat hoogstwaarschijnlijk een verschrijving van opposant is. De eerste brief was voor het college niet duidelijk en het college heeft opposant dan ook bij brief van 24 september 2019 verzocht om meer informatie te verstrekken om de brief in behandeling te kunnen nemen. Ook in het verzet heeft opposant niet kunnen aantonen op de brief te hebben gereageerd.
30 september 2020 in stand blijft.
Beslissing
.De beslissing is uitgesproken op 27 januari 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.