ECLI:NL:RBMNE:2021:4815
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering Wajong-uitkering op basis van arbeidsparticipatiemogelijkheden van eiser met autismespectrumstoornis
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die een Wajong-uitkering aanvroeg, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiser, geboren in 1992, heeft een autismespectrumstoornis en angstklachten, en heeft in december 2020 een diagnose gekregen. Hij diende op 8 april 2020 een aanvraag in voor beoordeling van zijn arbeidsvermogen, die door het Uwv werd opgevat als een aanvraag voor een Wajong-uitkering. Het Uwv weigerde deze aanvraag op 10 augustus 2020, omdat er volgens hen geen sprake was van het ontbreken van arbeidsmogelijkheden op zijn 18e verjaardag of binnen vijf jaar daarna. Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond op 25 maart 2021.
De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld op 13 augustus 2021. Eiser betoogde dat hij door zijn psychische klachten geen mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie en recht heeft op een Wajong-uitkering. De rechtbank oordeelde dat het Uwv op zorgvuldige wijze tot zijn besluit was gekomen, gebaseerd op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. De rechtbank concludeerde dat eiser, ondanks zijn klachten, in staat was om vier uur per dag belastbaar te zijn en over basale werknemersvaardigheden beschikte. Eiser had geen nieuwe medische informatie ingebracht die de beoordeling van het Uwv zou ontkrachten.
De rechtbank wees het verzoek van eiser om een onafhankelijke deskundige te benoemen af, omdat de reeds ingebrachte informatie voldoende was om de beslissing van het Uwv te onderbouwen. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.