ECLI:NL:RBMNE:2021:4815

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 september 2021
Publicatiedatum
11 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 21/2102
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering Wajong-uitkering op basis van arbeidsparticipatiemogelijkheden van eiser met autismespectrumstoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die een Wajong-uitkering aanvroeg, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiser, geboren in 1992, heeft een autismespectrumstoornis en angstklachten, en heeft in december 2020 een diagnose gekregen. Hij diende op 8 april 2020 een aanvraag in voor beoordeling van zijn arbeidsvermogen, die door het Uwv werd opgevat als een aanvraag voor een Wajong-uitkering. Het Uwv weigerde deze aanvraag op 10 augustus 2020, omdat er volgens hen geen sprake was van het ontbreken van arbeidsmogelijkheden op zijn 18e verjaardag of binnen vijf jaar daarna. Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond op 25 maart 2021.

De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld op 13 augustus 2021. Eiser betoogde dat hij door zijn psychische klachten geen mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie en recht heeft op een Wajong-uitkering. De rechtbank oordeelde dat het Uwv op zorgvuldige wijze tot zijn besluit was gekomen, gebaseerd op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. De rechtbank concludeerde dat eiser, ondanks zijn klachten, in staat was om vier uur per dag belastbaar te zijn en over basale werknemersvaardigheden beschikte. Eiser had geen nieuwe medische informatie ingebracht die de beoordeling van het Uwv zou ontkrachten.

De rechtbank wees het verzoek van eiser om een onafhankelijke deskundige te benoemen af, omdat de reeds ingebrachte informatie voldoende was om de beslissing van het Uwv te onderbouwen. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2102

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 september 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. J.A.H. van Marwijk),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder
(gemachtigde: mr. M.H.J. van Kuilenburg).

Inleiding

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] 1992 en werd 18 jaar op 13 juli 2010. In december 2020 is bij eiser een autismespectrumstoornis vastgesteld in combinatie met angstklachten. Eiser ervaart al sinds zijn jeugd klachten die passen bij deze diagnose en heeft hiervoor meerdere behandeltrajecten doorlopen.
2. Op 8 april 2020 dient eiser bij verweerder (hierna: het Uwv) een aanvraag in voor beoordeling van zijn arbeidsvermogen. Het Uwv heeft deze aanvraag opgevat als een aanvraag tot toekenning van een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Met het besluit van 10 augustus 2020 (het primaire besluit) heeft het Uwv geweigerd om aan eiser een Wajong-uitkering toe te kennen. Het Uwv heeft zich daarvoor gebaseerd op de rapporten van zijn verzekeringsarts en arbeidsdeskundige waaruit volgt dat er bij eiser op zijn 18e verjaardag of binnen vijf jaar daarna geen sprake was van het ontbreken van arbeidsmogelijkheden.
3. Eiser heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Met de beslissing op bezwaar van 25 maart 2021 (het bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Het Uwv heeft zich hiervoor gebaseerd op rapporten van zijn verzekeringsarts bezwaar en beroep en arbeidskundige bezwaar en beroep. Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
4. Het beroep van eiser is behandeld op de zitting van 13 augustus 2021 via Skype. Eiser was bij de zitting aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Het geschil

5. Eiser is het niet eens met de beoordeling van het Uwv dat hij mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie. Volgens eiser heeft hij door zijn psychische klachten in combinatie met angstklachten duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zodat hij recht heeft op een Wajong-uitkering. Het Uwv blijft bij het bestreden besluit. De rechtbank moet aan de hand van wat partijen naar voren hebben gebracht, beoordelen of het Uwv terecht heeft vastgesteld dat eiser mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie.

Beoordeling van het geschil

Beoordelingskader
6.1
Op grond van de artikelen 1a:1 en 1a:2 van de Wajong kan een recht op een
Wajong-uitkering ontstaan als een betrokkene als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.
6.2
Artikel 1a, eerste lid, Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten bepaalt dat iemand ‘geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft’ indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
De criteria onder c. en d. zijn beoordeeld door een verzekeringsarts. De criteria onder a. en b. zijn beoordeeld door een arbeidsdeskundige.
6.3
De rechtbank stelt voorop dat het Uwv besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen, wanneer deze op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen, geen tegenstrijdigheden bevatten en voldoende begrijpelijk zijn. Het is aan eiser aan te voeren (en zo nodig aannemelijk te maken) dat de rapporten niet aan de genoemde eisen voldoen of dat de medische beoordeling onjuist is. Voor het aannemelijk maken dat een medische beoordeling onjuist is, is in beginsel een rapport van een arts noodzakelijk. Dit brengt mee dat de manier waarop iemand zelf zijn gezondheidsklachten ervaart, geen toereikende grondslag vormt voor het aannemen van een hogere mate van arbeidsongeschiktheid.
Medische beoordeling
7. Eiser voert aan dat hij geen vier uur per dag belastbaar is in verband met een energetische beperking en dat dit duurzaam is. Over deze beroepsgrond heeft eiser op de zitting toegelicht dat met name zijn angstklachten hem heel veel energie kosten. Wanneer hij een afspraak heeft, ontwikkelt hij al dagen van te voren angstklachten die leiden tot spierspanningsklachten. Bovendien raakt eiser snel overprikkeld. Hierdoor is hij misschien incidenteel wel vier uur belastbaar is, maar daarna moet eiser zo lang herstellen dat een belastbaarheid van vier uur niet op dagelijkse basis van hem verwacht kan worden.
8.1
De rechtbank geeft eiser op dat punt geen gelijk. De primaire verzekeringsarts heeft eiser gezien en het dossier en de beschikbare medische informatie bestudeerd. In haar rapport van 30 juli 2020 stelt de verzekeringsarts vast dat eiser een te groot energieverbruik heeft als gevolg van zijn angstklachten en dat hij hierdoor mogelijk een licht energetische beperking heeft. Op basis van het activiteitenpatroon, het dagverhaal en het klachtenpatroon van eiser acht de verzekeringsarts eiser wel vier uur per dag belastbaar. Daarbij betrekt de verzekeringsarts dat eiser niet vier uur achter elkaar belastbaar hoeft te zijn. Eiser kan activiteiten opsplitsen en bij teveel prikkels een pauze nemen.
8.2
Ook de verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt vast dat er bij eiser sprake is van enige energetische beperking zodat er wel aanleiding is om een urenbeperking voor eiser aan te nemen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet echter geen aanleiding om af te wijken van het oordeel van de primaire verzekeringsarts en stelt vast dat eiser in staat is om één uur aaneengesloten een taak uit te voeren en dat hij vier uur per dag belastbaar is. De verzekeringsarts bezwaar en beroep betrekt daarbij ook het activiteitenniveau en het dagverhaal van eiser. Eiser heeft tijdens een gesprek met de verzekeringsarts bezwaar en beroep toegelicht dat hij soms vrijwilligerswerk doet bij een voetbalclub en dat hij verschillende huishoudelijke taken kan uitvoeren zoals zijn kamer schoonmaken, de planten water geven of de trap stofzuigen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn medische beoordeling hiermee inzichtelijk gemotiveerd. De rechtbank kan deze motivering volgen. Daarnaast heeft eiser in beroep geen medische informatie ingebracht waaruit volgt dat hij een zodanige duurzame energetische beperking heeft dat hij niet in staat is om één uur aaneengesloten een taak uit te voeren of dat hij niet vier uur per dag belastbaar is. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling van de verzekeringsartsen van het Uwv. Uit de verzekeringsgeneeskundige rapporten van het Uwv volgt nadrukkelijk dat eiser door zijn angstklachten minder energie heeft. In het geval van eiser leidt dit echter niet tot een zodanige beperking dat hij voldoet aan de verzekeringsgeneeskundige voorwaarden voor toekenning van het recht op een Wajong-uitkering. De beroepsgrond slaagt niet.
Arbeidskundige beoordeling
9. Eiser voert verder aan dat hij geen werknemersvaardigheden heeft en dat hij die in verband met zijn beperkingen ook niet kan ontwikkelen. Ter onderbouwing wijst eiser op het rapport van een psychodiagnostisch onderzoek uit december 2020 en januari 2021 dat hij in de bezwaarfase heeft overgelegd. Uit dit rapport volgt dat eiser is
gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis (mild) in combinatie met angstklachten. Eiser heeft als gevolg hiervan structurele tekortkomingen op het gebied van plannen, structuur aanbrengen en initiatief nemen. Deze vaardigheden zijn noodzakelijk om ook over basale werknemersvaardigheden te beschikken. Bovendien heeft eiser een trage verwerkingssnelheid en kan dit na overprikkeling en inspanning leiden tot vermoeidheid, slapeloosheid en een toename van de angstklachten.
10. De rechtbank volgt eiser niet in zijn stelling dat hij geen werknemersvaardigheden heeft en dat hij die ook niet kan ontwikkelen. De primaire arbeidsdeskundige van het Uwv heeft vastgesteld dat eiser over basale werknemersvaardigheden beschikt. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ziet geen aanleiding om van dat oordeel af te wijken. Om tot dat oordeel te komen heeft hij overleg gehad met de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Uit dit overleg volgt dat eiser in staat is om enkelvoudige taken uit te voeren, maar dat het daarbij wel van belang is dat er voldoende structuur en een veilige werkomgeving is. Verder volgt uit dit overleg dat eiser instructies kan begrijpen, onthouden en uitvoeren en dat hij afspraken kan nakomen. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep overweegt in zijn rapport van 25 februari 2021 dat eiser aan deze voorwaarden voldoet. Daarbij betrekt de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat de activiteiten die eiser verricht of heeft verricht zoals materiaal beheer van de voetbalclub, voetballen en in het verleden post bezorgen. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft ook de medische informatie die door eiser is overgelegd bij zijn beoordeling betrokken. Zo overweegt hij dat eiser gelet op zijn trage verwerkingssnelheid is aangewezen op het uitvoeren van praktische werkzaamheden die bovendien duidelijk gestructureerd moeten zijn. Volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep is het daarnaast van belang dat er fysieke en sociale eisen aan de werkomgeving worden gesteld. Eiser kan, gelet op zijn beperkingen, solistisch of binnen een kleine groep collega’s een deeltaak uitvoeren zonder klantcontact. Bovendien is eiser gebaat bij intensieve persoonlijke begeleiding om de werkzaamheden onder de knie te krijgen, gerustgesteld te worden en bevestiging te krijgen. De rechtbank kan deze toelichting van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep volgen. Daarbij speelt een rol dat de medische informatie bij de beoordeling is betrokken en dat uitgebreid is gemotiveerd welke voorwaarden er moeten worden gesteld aan een werkomgeving. Eiser heeft in beroep geen nieuwe medische informatie ingebracht om deze beoordeling door de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep te ontkrachten. De beroepsgrond slaagt niet.
Verzoek tot benoeming van een deskundige
11. Eiser heeft de rechtbank tot slot verzocht om een onafhankelijke deskundige te benoemen om te onderzoeken in welke mate de autismespectrumstoornis en de trage verwerkingssnelheid invloed heeft op het psychisch welbevinden van eiser en zijn mogelijkheden om werknemersvaardigheden te ontwikkelen. Ter onderbouwing van dit verzoek heeft eiser op de zitting nog toegelicht dat de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen van het Uwv zich hier een oordeel over hebben gevormd, maar dat zij niet over de expertise beschikken om deze beoordeling goed uit te voeren.
12. Uit alles wat hiervoor is overwogen volgt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep zorgvuldig gemotiveerd hebben toegelicht waarom eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering. De informatie uit het recente psychodiagnostisch onderzoek van eiser is door de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ook bij de beoordeling betrokken. De rechtbank stelt ook vast dat de toelichting van verweerder voldoende begrijpelijk is en geen tegenstrijdigheden bevat. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om een onafhankelijke deskundige te benoemen in deze zaak. Het verzoek wordt afgewezen.

Conclusie

13. Het beroep van eiser tegen de weigering van een Wajonguitkering is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door R. in 't Veld, rechter, in aanwezigheid van mr. C.H. Verweij, griffier. De beslissing is uitgesproken op 2 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
(De rechter is verhinderd
deze uitspraak te ondertekenen.)
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.