2.4.Naast de verkoop van de aandelen maakte van de SPA ook een aantal bijkomende bepalingen deel uit, zoals de afspraak dat de overeenkomst in verband staat met een aantal rechtshandelingen die [onderneming 1] in het kader van de overeenkomst met [onderneming 2] en met derden zal verrichten. In dat kader is het volgende gebeurd, alles (afgezien van de na te melden verkoop en levering van een bouwkavel in mei 2018) op of rond de datum van de SPA.
2.4.1.[holding] heeft een nieuwe dochtervennootschap opgericht: [dochtervennootschap] B.V. (hierna: [dochtervennootschap] ), waarvan [B] bestuurder werd.
2.4.2.[onderneming 1] heeft het in haar bezit zijnde onroerende goed (hierna: het OG) op 9 augustus 2017 aan [dochtervennootschap] verkocht en geleverd, voor de koopsom van € 4.720.584. Dit betreft de bedrijfsgebouwen aan de [adres 1] en de [adres 2] en de bouwkavel aan de [adres 3] te [plaats] . In mei 2018 heeft [onderneming 1] de in haar bezit zijnde bouwkavel aan de [adres 4] te [plaats] (ook wel ‘Kavel 4’ genoemd) aan [dochtervennootschap] verkocht en geleverd, koopsom € 51.870. Bij de levering zijn de koopsommen voldaan door het gelijktijdig aangaan door [dochtervennootschap] van een lening van [onderneming 1] , voor een met de koopsommen overeenstemmend bedrag. Ten tijde van de levering van het OG heeft [onderneming 1] uit eigen middelen haar (hypotheek)schuld aan ABN Amro ad € 2.941.563 afgelost. Die middelen had [onderneming 1] goeddeels verkregen uit de verkoop van een aantal machines aan een derde.
2.4.3.[onderneming 1] heeft haar vorderingen op [dochtervennootschap] , zoals beschreven onder 2.4.2., gecedeerd aan [holding] ; de koopsommen die [holding] voor die vorderingen aan [onderneming 1] verschuldigd werd, zijn gelijk aan de aanvankelijk door [dochtervennootschap] verschuldigde koopsommen. [holding] is die koopsommen aan [onderneming 1] schuldig gebleven.
2.4.4.[onderneming 1] heeft haar desbetreffende vorderingen op [holding] aan [onderneming 2] gecedeerd, voor met die cessie-koopsommen overeenstemmende koopsommen. In de akte waarbij de vordering op [holding] ad € 51.870 aan [onderneming 2] is gecedeerd, is vermeld dat [onderneming 2] de desbetreffende schuld reeds aan [onderneming 1] heeft voldaan en dat dat reeds was vastgelegd in de SPA.
2.4.5.[onderneming 1] is het OG na de verkoop gaan terughuren van [dochtervennootschap] , voor een huursom van € 335.000 per jaar.
2.4.6.[onderneming 1] heeft 11 van de 21 in haar bezit zijnde bovenloopkranen aan [dochtervennootschap] verkocht voor € 50.000. Ter zake van de betaling van die koopsom is dezelfde gang van zaken gevolgd als bij de verkoop van het OG, zodat uiteindelijk (na de tussenliggende cessies) een vordering van [onderneming 1] op [onderneming 2] resteerde ter hoogte van die koopsom.
2.4.7.[onderneming 1] heeft haar vordering op [holding] uit hoofde van hun onderlinge rekening-courantverhouding, ad € 178.000, (rechtstreeks) aan [onderneming 2] gecedeerd.
2.4.8.[onderneming 1] heeft de vordering op haar debiteur Stroje Sroboda, een buitenlandse onderneming, ad € 935.000, (rechtstreeks) aan [onderneming 2] gecedeerd.
2.4.9[onderneming 2] heeft 13% nieuwe aandelen in [onderneming 1] aan [holding] uitgegeven, tegen een koopsom van € 1 miljoen.
2.4.10.[onderneming 2] heeft [holding] € 935.000 betaald, afkomstig uit de verkoop van een SKD-machine.
2.4.11.Na de genoemde deelbetaling en gedeeltelijke verrekening van de over en weer openstaande verplichtingen, resteerde voor [onderneming 2] een schuld aan [onderneming 1] / [holding] van € 6.987.000, waarvan € 887.000 aan een afgesproken (en nagekomen) aflossingsschema was gebonden en waarvan het restant ad € 6,1 miljoen overigens als schuld open bleef staan.
2.4.12.In de administratie van [onderneming 1] is per ultimo 2018 van die schuld van € 6,1 miljoen een deel van ruim € 6 miljoen afgeboekt, na verrekening (aldus die boeking) met een vordering van [onderneming 2] op [onderneming 1] ter zake van aan [onderneming 2] uit te keren dividend. Uitgaande van die boeking is het eigen vermogen van [onderneming 1] daardoor geslonken van ruim € 9 miljoen naar ruim € 3 miljoen.
2.4.13.De SPA is gesloten in het kader van het (ook door [B] omarmde) voornemen van (de eigenaar van) [onderneming 2] om [onderneming 1] samen te doen werken met twee andere door [onderneming 2] overgenomen of over te nemen bedrijven, in de verwachting dat die samenwerking synergie genereert en voor het geheel profijtelijk zal zijn. Die twee andere bedrijven zijn [onderneming 3] B.V. en [onderneming 4] B.V. De beoogde samenwerking is beschreven in een, voorafgaand aan de SPA, opgemaakt informatiememorandum van [onderneming 2] . Daarin is (onder vermelding van de desbetreffende kengetallen) weergegeven dat schaalvergroting door acquisitie wordt voorzien, naast verhoging van commerciële slagkracht (onder ander door kostenbesparing), met als resultaat internationale groei, bestaande in een stijging van de gezamenlijke jaaromzet per 2018 met circa € 600.000 en met structurele verbetering van de gezamenlijke jaar-EBIT per 2018 met € 2.424.000. Ook is daarin vermeld wat de geconsolideerde financiële kerngegevens van de drie samenwerkingspartners per 2016, 2017 en 2018 zijn dan wel verwacht worden te zijn. De gezamenlijke EBITDA van die partners bedraagt aldus over 2016 € 326.000, over 2017 € 2.908.000 en over 2018 € 4.296.000. Verder is vermeld dat de bestaande kredietfaciliteiten van de samenwerkingspartners tot een extra kredietfaciliteit nopen van € 1 miljoen en dat [onderneming 2] voort dat tekort invulling zal zoeken.