In deze zaak heeft eiseres een aanvraag ingediend voor een gehandicaptenparkeerplaats (GPP) bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Het college heeft de aanvraag op 8 januari 2021 afgewezen, waarna eiseres bezwaar heeft gemaakt. Dit bezwaar werd op 6 mei 2021 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door eiseres. Tijdens de zitting op 9 september 2021, die via een beeldverbinding plaatsvond, was eiseres aanwezig met haar gemachtigde, terwijl de gemeente werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde.
De rechtbank heeft in haar overwegingen het medisch advies van Oreon, dat op 24 december 2020 was opgesteld, in ogenschouw genomen. Dit advies concludeerde dat eiseres in staat was om een loopafstand van 80 meter te overbruggen, maar dat er incidenteel meer dan 100 meter kon worden gelopen. De rechtbank oordeelde dat het college zich op dit advies mocht baseren, ondanks de bezwaren van eiseres dat het advies onzorgvuldig was opgesteld. Eiseres stelde dat zij door het toekennen van een GPP juist meer zou gaan bewegen, in tegenstelling tot de aanname van de arts.
De rechtbank heeft ook de parkeerdruk in de wijk beoordeeld. Eiseres voerde aan dat onvoldoende rekening was gehouden met toekomstige bouwplannen die de parkeerdruk zouden verhogen. De rechtbank oordeelde echter dat de metingen van de parkeerdruk, die onder de 80% bleven, voldoende waren om te concluderen dat er geen hoge parkeerdruk was ten tijde van de besluitvorming. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, met de mogelijkheid voor eiseres om in de toekomst opnieuw een aanvraag in te dienen indien de omstandigheden veranderen.