ECLI:NL:RBMNE:2021:4991
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen weigering voortzetting uitkering zelfstandigen
In deze zaak hebben eisers, een echtpaar dat een taxibedrijf exploiteert, beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. Dit besluit, genomen op 15 april 2019, weigerde de voortzetting van hun uitkering op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004, omdat het college van mening was dat het taxibedrijf niet levensvatbaar was. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde hun bezwaar op 2 september 2019 niet-ontvankelijk, omdat het te laat was ingediend. De rechtbank heeft het beroep op 13 juli 2021 behandeld, waarbij alleen eiser aanwezig was en verweerder niet.
De rechtbank heeft zich geconcentreerd op de vraag of het bezwaar van eisers tijdig was ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geldt een termijn van zes weken voor het indienen van een bezwaarschrift, die begint op de dag na de bekendmaking van het besluit. Eisers stelden dat zij op 19 april 2019 al een bezwaarschrift hadden ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat zij niet voldoende bewijs hadden geleverd dat dit bezwaarschrift tijdig was verzonden. Het bezwaarschrift van 5 juni 2019 was in ieder geval te laat.
De rechtbank concludeerde dat het college het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard. Tijdens de zitting uitte eiser zijn onvrede over de gang van zaken en het contact met verweerder, maar de rechtbank benadrukte dat deze zaak zich niet leent voor een beoordeling van deze klachten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. L.M. Reijnierse, in aanwezigheid van griffier mr. M.E.C. Bakker, en werd openbaar uitgesproken op 16 augustus 2021.