Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 januari 2021 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
voorlopighet maximale kindgebonden budget heeft toegekend. Volgens eiser heeft [moeder] namelijk meer inkomsten gegenereerd dan zij bij de Belastingdienst heeft opgegeven, waardoor zij waarschijnlijk minder dan het maximale kindgebonden budget voor [zoon] zal ontvangen. De rechtbank stelt vast dat eiser geen enkel objectief bewijsmiddel heeft overgelegd die deze stellingen onderbouwt en de enkele stelling is onvoldoende. De rechtbank stelt ook vast dat eiser geen begin van bewijs heeft overgelegd waaruit afgeleid zou kunnen worden dat eiser, als hij als aanvrager van de kinderbijslag zou zijn aangemerkt, (al dan niet voorlopig) recht zou hebben op kindgebonden budget voor [zoon] en dat zou leiden tot een hoger recht dan dat van [moeder]. Deze beroepsgronden slagen dus niet.