ECLI:NL:RBMNE:2021:5011

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 21/1106
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht

Op 14 september 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 21/1106. Deze uitspraak betreft het beroep van eiser, ingediend op 9 maart 2021, tegen een onbekend besluit. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht. Dit is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), aangezien eiser het griffierecht niet heeft betaald.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht voor deze zaak € 181,- bedraagt en dat eiser op 22 april 2021 een aangetekende brief heeft ontvangen waarin hem werd verzocht het griffierecht binnen vier weken te betalen. Aangezien de rechtbank geen betaling heeft ontvangen en eiser geen geldige reden heeft opgegeven voor het uitblijven van de betaling, kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke uitspraak over de zaak zal worden gedaan. Er is ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is genomen door mr. B. Fijnheer, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/1106

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 september 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

onbekende verweerder, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser van 9 maart 2021 tegen een onbekend besluit.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Awb. In dit geval is het griffierecht € 181,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 22 april 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 14 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd rechter
deze uitspraak te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.