ECLI:NL:RBMNE:2021:5017
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaarschrift inzake belastingtoeslagen
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 14 september 2021, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing van de Belastingdienst/Toeslagen behandeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Belastingdienst, dat op 5 november 2020 was genomen. De rechtbank heeft in deze zaak geen zitting gehouden, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift van eiseres te laat was ingediend. Eiseres had het bezwaarschrift moeten indienen binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit, dat op 31 juli 2020 plaatsvond. Dit betekent dat het bezwaarschrift uiterlijk op 11 september 2020 ontvangen had moeten zijn door de Belastingdienst. Echter, het bezwaarschrift werd pas op 7 oktober 2020 ontvangen, wat te laat is volgens de geldende regels.
Eiseres stelde dat zij het bezwaarschrift op 31 juli 2020 had ingediend, en onderbouwde dit met een screenshot van haar digitale archiefstukken. De rechtbank oordeelde echter dat uit deze screenshot niet bleek dat het bezwaarschrift daadwerkelijk was verstuurd. De rechtbank benadrukte dat eiseres het bezwaarschrift ook aangetekend had kunnen versturen, zodat er bewijs zou zijn van de verzending. De rechtbank concludeerde dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn is, die niet kan worden gewijzigd. Hierdoor werd het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard en het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.