ECLI:NL:RBMNE:2021:5030

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 oktober 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 21/2875
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht

Op 4 oktober 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, wonende te [woonplaats], en de Minister van Justitie en Veiligheid als verweerder. Deze uitspraak betreft het beroep van eiser tegen een besluit van verweerder van 25 mei 2021. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht. Dit is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), aangezien eiser het griffierecht niet heeft betaald.

Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Awb is het verplicht voor iemand die in beroep gaat om griffierecht te betalen. In dit geval bedraagt het griffierecht € 181,-. De rechtbank heeft eiser op 13 augustus 2021 een aangetekende brief gestuurd waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Aangezien de rechtbank het bedrag niet heeft ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor de niet-betaling, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke uitspraak over de zaak zal worden gedaan. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is genomen door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van J. Fagel, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2875

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 oktober 2021 in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats], eiser

en

de Minister van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van
25 mei 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Awb. In dit geval is het griffierecht € 181,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 13 augustus 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 4 oktober 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.