ECLI:NL:RBMNE:2021:5032

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 oktober 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
UTR 21/2293
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere behandeld. Eiseres had beroep aangetekend tegen een besluit van 12 april 2021, maar de rechtbank kon de zaak niet inhoudelijk behandelen omdat eiseres het griffierecht van € 181,- niet had betaald. De rechtbank heeft eiseres op 2 juli 2021 een aangetekende brief gestuurd waarin zij werd geïnformeerd over de betaling van het griffierecht binnen vier weken. Aangezien het griffierecht niet op tijd was betaald en eiseres geen geldige reden had gegeven voor deze niet-betaling, heeft de rechtbank besloten om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De beslissing is op 4 oktober 2021 uitgesproken door rechter L.M. Reijnierse, in aanwezigheid van griffier J. Fagel. De uitspraak zal openbaar worden gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Almere
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2293

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 oktober 2021 in de zaak tussen

[eiseres], te [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. N. Köse-Albayrak),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van
12 april 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Awb. In dit geval is het griffierecht € 181,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 2 juli 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiseres heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 4 oktober 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.