ECLI:NL:RBMNE:2021:5231
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
Op 28 oktober 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster en de Belastingdienst/Toeslagen, vertegenwoordigd door mr. A.A. Wubs. Verzoekster had op 12 december 2019 verzocht om herziening van haar recht op kinderopvangtoeslag voor de jaren 2013 en 2014. Aangezien de Belastingdienst niet tijdig op dit verzoek had gereageerd, heeft verzoekster op 15 juli 2020 beroep ingesteld. De Belastingdienst heeft op 14 oktober 2020 alsnog een besluit genomen, waar verzoekster ook beroep tegen heeft ingesteld.
In de besluiten van 20 april 2021 en 26 juli 2021 heeft de Belastingdienst aangegeven terug te komen op het eerdere besluit van 14 oktober 2020 en is tegemoetgekomen aan het verzoek van verzoekster. Verzoekster heeft hierop haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van haar proceskosten in zowel de beroeps- als de bezwaarprocedure.
De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst geen bezwaar heeft gemaakt tegen de proceskostenvergoeding in de beroepsprocedure, en heeft dit verzoek toegewezen. Echter, voor de bezwaarprocedure was er geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding, omdat er geen bezwaarprocedure had plaatsgevonden. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 748,- en de Belastingdienst veroordeeld in deze kosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet.