Uitspraak
[verzoekster], te [vestigingsplaats], verzoekster
de gemeenteraad van de gemeente Amersfoort, verweerder.
[derde partij],
[derde partij]en
[derde partij]
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan over een beroep en verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar directeur en gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de gemeenteraad van Amersfoort, dat op 13 juli 2021 een verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven voor de bouw van een hotel. De voorzieningenrechter heeft het beroep en het verzoek gelijktijdig behandeld.
De voorzieningenrechter heeft zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep, omdat volgens de wet alleen het college van burgemeester en wethouders beroep kan instellen tegen de verklaring van geen bedenkingen. Verzoekster had aangevoerd dat zij haar beroep nog nader wilde onderbouwen, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was om het beroep te behandelen, aangezien het niet door de juiste partij was ingesteld.
De voorzieningenrechter heeft ook het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het beroep van verzoekster finaal was afgedaan. Er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.