5.2In deze zaak is het medisch onderzoek in de primaire fase verricht door een arts door middel van telefonisch contact met eiser. Deze beoordeling is getoetst en akkoord bevonden door een verzekeringsarts van het Uwv. In de bezwaarfase heeft eiser contact gehad met een verzekeringsarts bezwaar en beroep. Dit contact heeft plaatsgevonden via MS Teams, zo volgt uit het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 9 maart 2021. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport wel toegelicht dat er gelet op de beschikbare medische informatie en de gegevens van het medisch onderzoek in de primaire fase, voldoende informatie beschikbaar is om tot een herbeoordeling te komen. Naar het oordeel van de rechtbank is deze toelichting van de verzekeringsarts bezwaar en beroep onvoldoende onderbouwing om van fysiek onderzoek in de bezwaarfase af te kunnen zien. Tijdens de zitting heeft het Uwv nog toegelicht dat hij een andere werkwijze hanteert vanwege de coronapandemie. Dit leidt echter niet tot een ander oordeel. De uitspraak vermeldt onder voetnoot 1 van de CRvB is na de aanvang van de coronapandemie gewezen. In de tekst wordt geen specifiek voorbehoud gemaakt voor de situatie die door de pandemie is ontstaan. Dit wijst er op dat het Uwv ondanks de pandemie niet zonder meer kan afzien van contact tussen een verzekerde en een verzekeringsarts. Weliswaar heeft de verzekeringsarts het standpunt ingenomen dat het dossier voldoende inzicht gaf, maar hierbij is niet betrokken dat eiser ook in de primaire fase niet medisch is onderzocht door een verzekeringsarts. Uit het voorgaande volgt dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig is uitgevoerd. De beroepsgrond slaagt. De rechtbank gaat in de rechtsoverwegingen 10. en 11.van deze uitspraak in op de gevolgen die daaraan verbonden moeten worden.
6. Eiser voert aan dat hij vanwege zijn rugklachten meer beperkt is dan door het Uwv is aangenomen in de functionele mogelijkhedenlijst (FML) van 8 maart 2021. Eiser heeft ter onderbouwing in bezwaar en beroep diverse brieven van zijn huisarts en neurochirurg overgelegd. Op de zitting heeft eiser toegelicht dat hij al op 18 januari 2021 een afspraak had bij de neurochirurg. Dit heeft eiser ook in zijn bezwaarschrift kenbaar gemaakt aan het Uwv. Deze afspraak is echter afgezegd door het ziekenhuis in verband met uitval van de behandelend neurochirurg. Vervolgens is in maart pas een nieuwe afspraak gepland met een vervangend neurochirurg op 10 mei 2021. Inmiddels is bekend dat eiser op 2 september 2021 geopereerd zal worden aan zijn rug.
7. Voor het Uwv was deze informatie geen aanleiding om in het bestreden besluit tot een ander oordeel te komen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in een aanvullend rapport van 20 juli 2021 nog gereageerd op de medische informatie die eiser in beroep heeft overgelegd. Daaruit volgt dat er met de bestaande rugklachten voldoende rekening is gehouden met de beperkingen die voor eiser zijn aangenomen in de FML van 8 maart 2021. Wat betreft de toegenomen rugklachten gaat het UWV er van uit dat eiser zich pas per 10 mei 2021 heeft gemeld bij zijn behandelaar. Omdat dit meer dan zes maanden na de datum in geding is, leidt dit niet tot een toename van de beperkingen van eiser op de beoordelingsdatum 16 december 2020. Op de zitting heeft de gemachtigde van het Uwv nog toegelicht dat eiser per 10 mei 2021 een melding kan doen in verband met toegenomen arbeidsongeschiktheid.
8. De rechtbank volgt het standpunt van het Uwv niet. Naar het oordeel van de rechtbank is aannemelijk dat al eerder sprake was van toegenomen rugklachten bij eiser. De rechtbank baseert dit op de ingebrachte medische informatie in combinatie met de toelichting van eiser.
Op 18 januari 2021 stond immers al een afspraak gepland met neurochirurg [neurochirurg]. Gelet op het vakgebied waarin de neurochirurg zich specialiseert was er op dat moment al een indicatie voor een operatieve behandeling aan de rugklachten van eiser. De afspraak op 18 januari 2021 bevindt zich kort na de datum in geding zodat deze informatie door de verzekeringsarts bezwaar en beroep bij zijn beoordeling had moeten worden betrokken. Dat deze afspraak vervolgens is afgezegd in verband met uitval van de behandelend neurochirurg en eiser vervolgens pas in mei 2021 bij een vervangend neurochirurg terecht kon betekent gelet op het voorgaande niet dat een toename van de rugklachten per definitie pas na de datum in geding is ontstaan. Het medisch onderzoek door de verzekeringsarts bezwaar en beroep is onzorgvuldig uitgevoerd omdat ten onrechte geen rekening is gehouden met de informatie uit de behandelend sector die ook rondom de datum in geding al een rol speelde. De beroepsgrond slaagt. De rechtbank gaat in de rechtsoverwegingen 10. en 11. van deze uitspraak in op de gevolgen die daaraan verbonden moeten worden.
9. Eiser heeft naast de stelling dat hij meer beperkt is in verband met zijn rugklachten, ook aangevoerd dat hij meer beperkt is in verband met zijn psychische klachten. De rechtbank ziet geen aanleiding om eiser daarin te volgen. Uit het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 9 maart 2021 volgt dat rekening is gehouden met de psychische klachten van eiser door aanvullende beperkingen aan te nemen in de rubrieken persoonlijk en sociaal functioneren van de FML. Eiser heeft in beroep geen medische informatie ingebracht waardoor ten aanzien van de psychische klachten moet worden getwijfeld aan de juistheid van de medische beoordeling door de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De beroepsgrond van eiser dat hij meer beperkt is in verband met zijn psychische klachten, slaagt daarom niet.
Wat betekent dit voor partijen?
10. Uit de voorgaande overwegingen volgt dat het beroep van eiser gegrond wordt verklaard. Het bestreden besluit van 16 maart 2021 wordt daarom vernietigd. In de bezwaarfase is het medisch onderzoek niet zorgvuldig uitgevoerd door de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Daarnaast kan het Uwv, gelet op de ingebrachte medische informatie, niet worden gevolgd in de conclusie dat de toegenomen rugklachten van eiser pas (ruim) na de datum in geding zijn ontstaan. Het bestreden besluit is daarom niet zorgvuldig voorbereid en niet deugdelijk gemotiveerd zodat het in strijd is met artikel 3:2 en artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
11. Het Uwv dient op basis van de beschikbare medische informatie een nieuwe zorgvuldige medische beoordeling uit te voeren waarbij wordt vastgesteld in hoeverre de toegenomen rugklachten van eiser van invloed zijn op zijn belastbaarheid op de datum in geding. Bij een nieuw besluit dient het Uwv ook een standpunt in te nemen over de vergoeding van eventuele proceskosten van eiser in bezwaar. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten.