Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
(hierna: verdachte).
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
Ik zag dat jongen 1 en 2 de heren paskamers om 18:00 uur naar binnen gingen.
Ik zag dat jongen 3 een wit hemdje uit een rek haalde en daarvan de hanger weghaalde. Ik zag dat jongen 3 het witte hemdje in zijn tas deed.
- 18:18:00 uur: Andere twee verdachten zijn ook in de winkel.
- 18:20:17 uur: Drie verdachten houden zich bij het rek met slippers op.
- 18:20:51 uur: Vierde verdachte is bij de overige verdachten gaan staan en biedt een geopende tas / zak aan één van hen aan.
- 18:20:53 uur: Vierde verdachte heeft een paar slippers aangepakt en stopt deze in de zak / tas.
- 18:21:39 uur: Een andere verdachte stopt een paar slippers in de rode geopende zak / tas, welke door de andere verdachte wordt vastgehouden.
- 18:21:52 uur: Een verdachte heeft de rode zak / tas overgepakt.
- 18:22:16 uur: Andere verdachte heeft de rode zak / tas overgenomen en stopt daar slippers in.
- 18:24:01 uur: Twee verdachten verlaten de winkel.
- 18:24:08 uur: Derde verdachte verlaat de winkel.
- (tijdstip onbekend): Vierde verdachte verlaat de winkel.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
taakstraf van 150 uren;
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 2.729,04, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 december 2019 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 2.729,04 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 december 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 37 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.