ECLI:NL:RBMNE:2021:5477
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over verschuldigde huur en nutskosten van een restaurant over de periode 2010-2015
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een besloten vennootschap, aangeduid als [eiseres] B.V., en twee gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], over de verschuldigde huur en nutskosten van een restaurant dat door de gedaagden werd gehuurd. De periode waarover de huur en nutskosten zijn verschuldigd, loopt van 2010 tot en met 2015. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden een totaalbedrag van € 224.264,41 aan huurpenningen en € 121.465,94 aan nuts- en servicekosten verschuldigd zijn. De kantonrechter heeft artikel 6:43 BW toegepast om de toerekening van aan verhuurder gecedeerde huurinkomsten te bepalen. De kantonrechter heeft ook de hoogte van de verschuldigdheid van de nuts- en servicekosten vastgesteld op basis van de huurovereenkomst en de door partijen gemaakte afspraken. Uiteindelijk is de kantonrechter tot de conclusie gekomen dat de gedaagden een totaalbedrag van € 58.044,22 aan [eiseres] moeten betalen, vermeerderd met wettelijke handelsrente vanaf 27 november 2020. De gedaagden zijn ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiseres].