Uitspraak
[eiseres] B.V., te [plaats] , eiseres
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder
Inleiding
de subsidieverlening) heeft verweerder eiseres op grond van de NOW 1.0 over de periode van 1 april 2020 tot en met 30 juni 2020 een tegemoetkoming in de loonkosten toegekend van € 64.045,--. Hiervan is € 51.234,-- als voorschot aan eiseres uitbetaald.
de subsidievaststelling) heeft verweerder de tegemoetkoming in de loonkosten van eiseres definitief vastgesteld op € 26.233,. Dit bedrag is lager dan de subsidie die aan eiseres was verleend, omdat de loonkosten van eiseres in de meetperiode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 achteraf lager zijn uitgevallen. Bij de subsidieverlening werd nog uitgegaan van een verwachte loonsom van € 63.252,, gebaseerd op drie maal de loonsom in het aangiftetijdvak januari 2020. De daadwerkelijke loonsom in de meetperiode was uiteindelijk echter € 47.089,. Het verschil van € 25.001, tussen de vastgestelde subsidie en het aan eiseres uitbetaalde voorschot moet eiseres terugbetalen.
het bestreden besluit) heeft verweerder dit bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is op 5 oktober 2021 bij de rechtbank behandeld op een digitale zitting via Skype. Eiseres en verweerder hebben zich daarbij laten vertegenwoordigden door hun gemachtigden. Na afloop van de zitting heeft de rechtbank het onderzoek in de zaak gesloten.