2.2Na de zitting in beroep heeft verweerder eiseres alsnog op 11 mei 2021 op een hoorzitting gehoord. Hierna heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep opnieuw onderzoek gedaan naar de klachten en aandoeningen van eiseres, dit keer per 3 april 2020. Hij heeft een extra beperking voor eiseres aangenomen en daarom de FML op 8 juli 2021 opnieuw vastgesteld. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft het verdienvermogen van eiseres vervolgens gecorrigeerd vastgesteld op 92,53%. Verweerder heeft de aanvullende rapporten in beroep aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd en stelt zich op het standpunt dat eiseres ook per 3 april 2020 niet aan de voorwaarde voldoet dat het verdienvermogen 65% of minder is. De rechtbank zal daarom hierna beoordelen of er aanleiding bestaat om de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand te laten.
3. Bij haar beoordeling stelt de rechtbank voorop dat volgens vaste rechtspraak medische rapporten van verzekeringsartsen als basis kunnen dienen voor een oordeel over iemands arbeidsongeschiktheid Die rapporten moeten dan wel:
op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen;
geen tegenstrijdigheden bevatten, en;
voldoende begrijpelijk zijn.
De rapporten zijn in beroep wel aanvechtbaar. Daarvoor moet eiseres aanvoeren (en zo nodig aannemelijk maken) dat de rapporten niet aan de genoemde drie voorwaarden voldoen of dat de medische beoordeling onjuist is. Niet-medisch geschoolden kunnen aannemelijk maken dat niet aan de voorwaarden wordt voldaan. Om voldoende aannemelijk te maken dat een medische beoordeling onjuist is, is in beginsel informatie van een arts of medisch behandelaar noodzakelijk. Dit betekent dat hoe eiseres zich zelf voelt zonder dat daar een medische onderbouwing voor is, niet genoeg is om bij de rechtbank gelijk te krijgen.
Voldoet de medische beoordeling aan de voorwaarden?
4. De rechtbank vindt van wel. Eiseres is door de eerste arts gezien en lichamelijk en psychisch onderzocht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft eiseres niet gezien maar wel telefonisch gesproken. Hij heeft het dossier bestudeerd en de medische informatie van de behandelaars van eiseres, waaronder het intakerapport van 3 maart 2021 van de revalidatiearts van OCA en het huisartsenjournaal van 16 juli 2020 dat eiseres nog na de zitting heeft overgelegd, kenbaar bij zijn beoordeling betrokken. Verder heeft hij aanvullende informatie bij de revalidatiearts van eiseres opgevraagd en de ontvangen brief van 18 juni 2021 betrokken bij zijn beoordeling. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep begrijpelijk en zonder tegenstrijdigheden beargumenteerd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. De medische beoordeling van verweerder voldoet daarmee aan de voorwaarden.
Is de medische beoordeling juist?
5. Eiseres voert aan dat de medische beoordeling onjuist is. In de FML van 8 juli 2021 zijn onvoldoende beperkingen aangenomen voor de klachten die zij heeft als gevolg van haar burn-out, fybromyalgie en de huidkanker die bij haar in 2018 is vastgesteld. Zij is in de FML ten onrechte niet (voldoende) beperkt geacht in het vasthouden en/of verdelen van de aandacht, werken op hoog handelingstempo, samenwerken, koude, hand- en vingergebruik, werken met toetsenbord en muis, (frequent) reiken in werk, knielen en hurken, zitten, staan, en het in een bepaalde stand houden van het hoofd. Eiseres had in de FML bovendien specifiek moeten zijn beperkt tot werk waarin zij regelmatig van houding kan wisselen. Ook is een urenbeperking nodig. Dit laatste zowel op energetische - en preventieve gronden, en omdat eiseres rond 3 april 2020 verminderd beschikbaar was voor werk vanwege het revalidatietraject dat zij toen bij OCA is gestart.