ECLI:NL:RBMNE:2021:5706

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 november 2021
Publicatiedatum
23 november 2021
Zaaknummer
9068917
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst scooter en informatieplicht handelaar

In deze zaak heeft eiseres op 4 juni 2020 een scooter gekocht van de gedaagde partij, een besloten vennootschap. Eiseres heeft de koopprijs in drie delen voldaan en heeft de scooter in juli 2020 opgehaald. Na een reparatie op verzoek van eiseres op 21 augustus 2020, heeft zij op 25 september 2020 afstand gedaan van de scooter en terugbetaling van de koopprijs gevorderd. Gedaagde heeft de ontbinding betwist, stellende dat de scooter niet in originele staat kan worden teruggebracht en dat er sprake is van een maatwerkproduct. Eiseres heeft echter gesteld dat gedaagde haar niet heeft geïnformeerd over haar recht van ontbinding, waardoor de termijn voor ontbinding met 12 maanden is verlengd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd dat eiseres op de hoogte was van haar recht van ontbinding. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres tot terugbetaling van de koopprijs en nevenvorderingen toegewezen, evenals de vordering tot het verstrekken van een vrijwaringsbewijs van de scooter. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van de proceskosten en wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9068917 UC EXPL 21-1939 JPd/45024
Vonnis van 24 november 2021
in de zaak van
[eiseres],
wonend in [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eiseres] ,
eisende partij,
gemachtigde: DAS,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: [.] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek die gelijk is aan de conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft op 4 juni 2020 op de website van [gedaagde] een scooter van het merk Sourdini met kentekennummer [kenteken] (hierna: de scooter) gekocht voor € 1.565,28. Zij heeft de scooter in juli 2020 opgehaald bij [gedaagde] . [eiseres] heeft de koopprijs in drie delen betaald.
2.2.
Op 21 augustus 2020 heeft [gedaagde] de scooter op verzoek van [eiseres] gerepareerd.
2.3.
[eiseres] heeft op 25 september 2020 een brief gestuurd naar [gedaagde] en aangegeven afstand van de scooter te willen doen en de € 1.500,- terug te willen ontvangen. [gedaagde] heeft de scooter op 16 oktober 2020 opgehaald voor onderzoek.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert betaling van [gedaagde] van
  • € 1.565,28 aan hoofdsom te vermeerderen met wettelijke rente;
  • de verzekeringskosten vanaf 16 oktober 2020 tot de datum van dagvaarding;
  • € 234,79 aan buitengerechtelijke incassokosten;
  • Proceskosten met rente en nakosten.
Ook vordert [eiseres] afdracht van het vrijwaringsbewijs van de scooter binnen 14 dagen na betekening van de dagvaarding.
3.2.
[eiseres] legt hieraan primair ten grondslag dat zij als consument gebruik heeft gemaakt van haar recht van ontbinding. Subsidiair stelt [eiseres] gerechtigd te zijn de koopovereenkomst te ontbinden omdat [gedaagde] tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen.
3.3.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat [gedaagde] toestemming krijgt om de scooter te repareren. [gedaagde] voert aan dat ontbinding niet mogelijk is doordat de scooter niet in zijn originele staat kan worden teruggebracht en er sprake is van een maatwerkproduct. Ook is de garantietermijn verstreken. [gedaagde] stelt dat zij [eiseres] door middel van algemene voorwaarden op de hoogte heeft gesteld van haar recht van ontbinding. Tot slot betwist [gedaagde] de non-conformiteit van de scooter.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Conclusie
4.1.
De vordering van [eiseres] tot betaling van € 1.565,28 als koopprijs van de scooter met nevenvorderingen zal worden toegewezen. Daartoe wordt het volgende overwogen
Motivering
4.2.
De wet regelt in artikel 6:230o van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) dat de consument het recht heeft om een overeenkomst die op afstand is gesloten met een handelaar (bijvoorbeeld online) binnen 14 dagen zonder opgave van redenen te ontbinden. De handelaar moet bij het sluiten van de overeenkomst de consument informatie verstrekken over dit ontbindingsrecht en een modelformulier overleggen dat de consument kan gebruiken om van zijn recht gebruik te maken. De wet regelt dat in artikel 6:230m lid 1, onderdeel h BW. Als een handelaar de consument niet op de hoogte stelt van dit recht, wordt de termijn van 14 dagen verlengd tot het moment dat de handelaar de consument hiervan op de hoogte heeft gesteld, maar met ten hoogste 12 maanden.
4.3.
[eiseres] heeft in deze procedure gesteld dat [gedaagde] haar nooit heeft gewezen op het recht van ontbinding waardoor de termijn met 12 maanden is verlengd. [eiseres] heeft vervolgens binnen 12 maanden, namelijk bij de e-mail van 25 september 2020, de koopovereenkomst ontbonden waardoor de verbintenissen ongedaan gemaakt moeten worden en [gedaagde] de koopprijs moet terugbetalen.
4.4.
[gedaagde] heeft in haar reactie erkend dat [eiseres] een beroep heeft gedaan op ontbinding van de koopovereenkomst maar stelt dat [eiseres] dit niet tijdig heeft gedaan. [gedaagde] heeft [eiseres] in de algemene voorwaarden gewezen op het recht van herroeping waardoor de termijn voor ontbinding niet met 12 maanden is verleend. Dit verweer gaat niet op.
4.5.
De kantonrechter overweegt dat nog los van de vraag of een consument op die manier op de juiste wijze over haar rechten wordt geïnformeerd (zie artikel 6:230v BW), [gedaagde] onvoldoende heeft onderbouwd dat zij [eiseres] heeft gewezen op haar recht van herroeping. [gedaagde] heeft de algemene voorwaarden namelijk niet overgelegd. De kantonrechter kan dan ook niet beoordelen of het recht van herroeping (voldoende duidelijk) opgenomen is in de algemene voorwaarden en of daarbij het modelformulier is gevoegd. Hierdoor concludeert de kantonrechter dat [gedaagde] [eiseres] niet heeft gewezen op haar recht van herroeping en de termijn voor het doen van een beroep op het recht van ontbinding is verlengd met 12 maanden. [eiseres] was hierdoor op 25 september 2020 nog gerechtigd de koopovereenkomst te ontbinden, zonder opgave van redenen.
4.6.
Voor zover [gedaagde] heeft gesteld dat hier sprake is van de levering van een “volgens specificaties van de consument vervaardigde zaak” waardoor de consument geen recht van ontbinding heeft, overweegt de kantonrechter dat [gedaagde] onvoldoende heeft onderbouwd dat de scooter een dergelijke zaak is. Met andere woorden, nergens kan de kantonrechter uit afleiden dat het hier gaat om een scooter die op basis van specifieke wensen van [eiseres] is gemaakt.
4.7.
Ook het argument van [gedaagde] dat ontbinding in dit geval buiten enige redelijkheid zou staan en - zo begrijpt de kantonrechter - hier sprake is van misbruik van bevoegdheid gaat niet op. De ratio van het recht van ontbinding bij online koop is dat de consument de gekochte zaak niet kan inspecteren. Het recht van ontbinding is (volgens wettelijke regeling) verlengd doordat [gedaagde] [eiseres] niet heeft gewezen op dit recht. Dat [eiseres] in de tussentijd wijzigingen (zoals windscherm, opvoerset, telefoonhouder) heeft aangebracht en met de scooter heeft gereden brengt niet met zich mee dat [eiseres] bij een beroep op haar recht van ontbinding misbruik van bevoegdheid maakt. Dat de scooter in waarde is verminderd is evenmin relevant, omdat [gedaagde] hier niet aan haar informatieverplichting heeft voldaan. Dat staat in artikel 6:230s lid 3 BW.
4.8.
Omdat hier sprake is van ontbinding zonder opgave van redenen door [eiseres] is de stelling van [gedaagde] dat de garantietermijn is verstreken en dat zij niet tekortgeschoten is in de reparatie van de scooter niet relevant.
Wettelijke rente
4.9.
[gedaagde] moet naast de hoofdsom ook de wettelijke rente hierover betalen omdat zij in verzuim is met het voldoen aan de ongedaanmakingsverbintenis voortvloeiend uit de ontbinding van de koopovereenkomst. [gedaagde] heeft daar ook geen verweer tegen gevoerd.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.10.
[eiseres] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Het gevorderde bedrag € 234,79 aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
Betalen van de verzekeringskosten
4.11.
[eiseres] vordert ook betaling van de verzekeringskosten van € 25,- per maand vanaf 16 oktober 2020, het moment vanaf wanneer [eiseres] de scooter niet kan gebruiken. [gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de hoogte en betaling hiervan. [gedaagde] zal dan ook worden veroordeeld om dit bedrag per maand te betalen vanaf 16 oktober 2020 tot de datum van dagvaarding, zijnde 26 februari 2021.
Verstrekken vrijwaringsbewijs
4.12.
Omdat [eiseres] de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden moeten de verplichtingen ongedaan gemaakt worden. De scooter staat volgens partijen al bij [gedaagde] . De scooter is alleen nog niet op de naam van [gedaagde] gezet. [gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering tot het overhandigen van vrijwaringsbewijs van de scooter met kentekennummer [kenteken] . De vordering tot het verstrekken hiervan wordt toegewezen.
Proceskosten
4.13.
[gedaagde] heeft ongelijk gekregen. Zij moet de kosten betalen. De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 109,41
- griffierecht € 240,00
- salaris gemachtigde €
374,00(2 punten x tarief € 187,00)
Totaal € 723,41
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn. De gevorderde nakosten wordt toegewezen indien [gedaagde] niet binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis volledig aan het vonnis voldoet.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] tegen bewijs van kwijting te betalen € 1.800,07 met de wettelijke rente over € 1.565,28 vanaf 2 december 2020 tot de voldoening;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] € 25,- per maand te betalen vanaf 16 oktober 2020 tot en met 26 februari 2021;
5.3.
beveelt [gedaagde] tot het verstrekken van een vrijwaringsbewijs van de scooter binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiseres] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 723,41, waarin begrepen € 374,- aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.5.
veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door [eiseres] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 93,50 aan salaris gemachtigde;
5.6.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.L. Rijnbout, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 24 november 2021.