In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, vordert de vennootschap onder firma [naam], die apotheken exploiteert, betaling van onbetaalde facturen van GlaxoSmithKline B.V. naar aanleiding van een terugroepactie van het medicijn Ventolin Diskus 200. De terugroepactie vond plaats in 2018 en betrof een regeling met de Koninklijke Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie (KNMP) voor compensatie aan apothekers. [naam] heeft twee facturen ingediend ter waarde van € 423,50, vermeerderd met rente en kosten, en stelt dat GlaxoSmithKline toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichtingen.
GlaxoSmithKline heeft verweer gevoerd en betwist dat zij aansprakelijk is voor de schade die [naam] stelt te hebben geleden. De kantonrechter heeft de vordering van [naam] afgewezen, omdat deze onvoldoende heeft onderbouwd dat zij daadwerkelijk schade heeft geleden als gevolg van de terugroepactie. De kantonrechter oordeelt dat [naam] weliswaar kosten heeft gemaakt voor het versturen van brieven naar patiënten, maar dat deze kosten zijn gedekt door de regeling met de KNMP, waar [naam] ook compensatie voor heeft ontvangen. De kantonrechter concludeert dat de vordering niet kan worden toegewezen en dat [naam] in de proceskosten moet worden veroordeeld.
Het vonnis is uitgesproken op 1 december 2021 door kantonrechter I.L. Rijnbout, die oordeelt dat de vorderingen van [naam] worden afgewezen en dat zij de proceskosten aan GlaxoSmithKline moet vergoeden.