ECLI:NL:RBMNE:2021:5844

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 december 2021
Publicatiedatum
30 november 2021
Zaaknummer
9333087 UC EXPL 21-5026
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde nota's voor tandartsbehandeling met verweer van gedaagde over eerdere betaling en tekortkomingen in behandeling

In deze zaak vorderde Infomedics B.V. betaling van een onbetaalde nota van € 499,92 van gedaagde, die een tandartsbehandeling had ondergaan. De behandeling betrof het plaatsen van twee implantaten, waarvoor gedaagde en de tandarts een overeenkomst hadden gesloten. Infomedics, als overdrager van de vordering van de tandarts, stelde dat gedaagde tekortgeschoten was in de nakoming van deze overeenkomst door de nota onbetaald te laten. Gedaagde voerde verweer en stelde dat hij de nota al had betaald via loonbeslag en dat de behandeling niet goed was verlopen. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde niet had aangetoond dat hij de nota had voldaan en dat er geen rechtsgevolgen verbonden waren aan zijn klachten over de behandeling. De kantonrechter concludeerde dat gedaagde gehouden was de nota te betalen en kende de wettelijke rente toe. Infomedics had ook aanspraak gemaakt op buitengerechtelijke incassokosten, die werden toegewezen. De vordering tot proceskosten werd afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelde dat de verschillende nota's voor dezelfde behandeling niet los van elkaar konden worden gevorderd. Het vonnis werd uitgesproken op 1 december 2021.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9333087 UC EXPL 21-5026 CMR/51145
Vonnis van 1 december 2021
inzake
de besloten vennootschap
Infomedics B.V., mede handelend onder de namen Infomedics Factoring, UwNota.nl, DFA Services en Infomedics DFA,
gevestigd te Almere,
verder ook te noemen Infomedics,
eisende partij,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten BV,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 7 juli 2021 met producties;
- het proces-verbaal van de rolzitting van 18 augustus 2021 met het mondeling antwoord van [gedaagde] en met producties;
- de akte van Infomedics van 20 oktober 2021 met aanvullende producties;
- de op 27 oktober 2021 ingekomen spreekaantekeningen van Infomedics met één productie;
- de mondelinge behandeling van 1 november 2021, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Hierna is bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft op 19 oktober 2017 en 22 maart 2018 bij de [.] Tandartspraktijk (hierna: de tandarts) een behandeling ondergaan, waarbij hij twee implantaten heeft gekregen. Hiertoe hebben [gedaagde] en de tandarts een overeenkomst gesloten.
2.2.
De tandarts heeft zijn vordering op [gedaagde] met betrekking tot de behandeling overgedragen aan Infomedics.
2.3.
Infomedics heeft [gedaagde] voor de behandeling bij de tandarts meerdere nota’s gestuurd.

3.Het geschil

3.1.
Infomedics vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] om aan Infomedics een hoofdsom te betalen van € 612,14, vermeerderd met de wettelijke rente over € 499,92 vanaf 29 juni 2021. Ook vordert Infomedics de proceskosten bestaande uit het griffierecht, het salaris van de gemachtigde van Infomedics en de kosten van de dagvaarding, met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de 15e dag na de datum van betekening van het vonnis tot aan de dag van volledige betaling. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Infomedics haar eis verminderd. Het griffierecht wordt niet meer gevorderd.
3.2.
Aan haar vordering legt Infomedics het volgende ten grondslag. Tussen [gedaagde] en de tandarts is een geneeskundige behandelovereenkomst tot stand gekomen voor het plaatsen van twee implantaten. De overeenkomst is gesloten op basis van een begroting voor het plaatsen van twee implantaten, die in totaal € 3.236,50 bedroeg. [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van deze overeenkomst door de nota van 3 november 2017 met een bedrag van € 499,92 onbetaald te laten.
3.3.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen.
3.4.
[gedaagde] baseert zijn verweer op het volgende. [gedaagde] is al eerder veroordeeld tot betaling van de nota van 3 november 2017, naar aanleiding waarvan loonbeslag is gelegd. [gedaagde] heeft de nota dus al betaald. Ook is de behandeling bij de tandarts niet goed verlopen. Bovendien is [gedaagde] met de behandelingsovereenkomst akkoord gegaan voor een bedrag van € 2.088,57, gebaseerd op een door hem gekregen begroting van de tandarts. Een tweede begroting voor een hoger bedrag heeft [gedaagde] niet ontvangen.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Heeft [gedaagde] de nota al betaald?

4.1.
[gedaagde] stelt dat hij de nota van 3 november 2017 van € 499,92 door middel van loonbeslag heeft betaald, omdat in 2018 voor deze nota al vonnis is gewezen. Infomedics voert aan dat dit vonnis ziet op een andere nota van 3 november 2017, voor een bedrag van € 796,53. De nota’s zien op dezelfde behandeling van 19 oktober 2017, maar deze behandeling is door de tandarts in twee nota’s opgesplitst. De vergoeding van de zorgverzekeraar was namelijk bij één onderdeel afgewezen, waardoor dit onderdeel opnieuw bij de zorgverzekeraar moest worden ingediend. Hierdoor zijn er twee verschillende nota’s voor dezelfde behandeling opgemaakt. Infomedics geeft aan dat de nota van € 796,53 is voldaan door middel van het loonbeslag, maar dat de nota van € 499,92, waar deze procedure over gaat, nog niet is betaald. Infomedics heeft ter zitting verklaard dat zij om deze redenen af ziet van haar vordering tot vergoeding van het deel van de proceskosten dat ziet op het griffierecht.De nota ter hoogte van € 1.183,38 die zij als productie 8 heeft overgelegd ziet op de voortgezette behandeling op 22 maart 2018 en is ook nog niet betaald. Deze is niet meegenomen in de onderhavige vordering.
4.2.
Gezien de gemotiveerde betwisting van Infomedics, had het op de weg van [gedaagde] gelegen om zijn stelling dat hij de nota van € 499,92 al heeft betaald nader te onderbouwen. Dat heeft hij niet gedaan. De kantonrechter stelt daarom vast dat [gedaagde] deze nota niet heeft voldaan.
Is er sprake van een tekortkoming in de nakoming?
4.3.
[gedaagde] stelt dat de tandartsbehandeling niet goed is verlopen en dat hij veel pijn heeft tijdens het eten. [gedaagde] verbindt geen rechtsgevolgen aan dit verweer. Mocht deze stelling bedoeld zijn als een beroep op verrekening met een schadevergoeding in verband met wanprestatie, dan is hiervoor onvoldoende gesteld. [gedaagde] had dan in ieder geval moeten stellen wat de tekortkoming is, dat hij hierover heeft geklaagd bij de tandarts zodat die het nog kon herstellen, dat hij schade heeft geleden door de tandartsbehandeling en hoe hoog deze schade is. Dat heeft hij niet gedaan. Zijn verweer wordt daarom verworpen.
Is [gedaagde] akkoord gegaan met de begroting van € 3.236,50?
4.4.
Tussen partijen is in geschil of [gedaagde] akkoord heeft gegeven om de overeenkomst aan te gaan voor een bedrag van € 3.236,50. Infomedics stelt dat de tandarts twee begrotingen aan [gedaagde] heeft verstrekt. De begroting van € 2.088,57 zag op de situatie dat [gedaagde] één implantaat zou krijgen en de andere begroting van € 3.236,50 zag op de situatie dat [gedaagde] twee implantaten zou krijgen. Volgens Infomedics is de overeenkomst op basis van de tweede begroting gesloten. [gedaagde] betwist dat hij de tweede begroting van de tandarts heeft gekregen.
4.5.
[gedaagde] voert aan dat hij op basis van de eerste begroting van € 2.088,57 de overeenkomst is aangegaan. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] aangegeven dat de tandarts op de achterkant van de door hem gekregen begroting van € 2.088,57 tekeningen heeft gemaakt. Deze tekeningen, die aan het proces-verbaal van de rolzitting van 18 augustus 2021 zijn gehecht, laten volgens [gedaagde] de twee implantaten zien die hij zou krijgen. Volgens [gedaagde] is met de tandarts afgesproken dat hij twee implantaten zou krijgen, voor de prijs van € 2.088,57. Hij is niet met een hoger bedrag akkoord gegaan.
4.6.
De kantonrechter stelt vast dat er vier nota’s naar [gedaagde] zijn gestuurd. Tussen partijen staat vast dat deze vier nota’s op dezelfde behandeling (verspreid over twee dagen) zien. Infomedics heeft in totaal een bedrag van € 2.947,41 voor deze behandeling bij [gedaagde] in rekening gebracht. Door de zorgverzekeraar is in totaal € 436,52 vergoed. [gedaagde] heeft € 31,06 voor de eerste nota betaald. Voor de tweede nota heeft [gedaagde] € 796,53 betaald door middel van het in 4.1 genoemde loonbeslag. De eerste en de tweede nota zijn daarmee voldaan. In totaal is dus een bedrag van € 1.264,11 voldaan. [gedaagde] heeft het resterende bedrag van € 1.683,30 (€ 2.947,41 - € 1.264,11) niet betaald. Dit bedrag bestaat uit de derde nota van € 499,92 waar deze procedure over gaat en de vierde nota ter hoogte van € 1.183,38 die niet is meegenomen in onderhavige vordering. Indien juist is dat [gedaagde] een totaalbedrag van € 2.088,57 is overeengekomen voor twee implantaten, is hij niet gehouden het meerdere te betalen. In deze procedure is niet komen vast te staan welk bedrag is overeengekomen. Door betaling van het thans gevorderde bedrag van € 499,92 zou [gedaagde] echter niet boven het bedrag van € 2.088,57 uitkomen. Voor de onderhavige vordering is de vraag met welke begroting [gedaagde] akkoord is gegaan daarom niet relevant. [gedaagde] is gehouden de nota te betalen. Het bedrag van € 449,92 zal dus worden toegewezen.
Wettelijke rente
4.7.
[gedaagde] is in verzuim met het betalen van de nota. Hij is daarom wettelijke rente verschuldigd op grond van artikel 6:119 BW. De kantonrechter stelt vast dat de wettelijke rente tot 29 juni 2021 € 37,23 bedraagt. Dit is door [gedaagde] niet weersproken.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.8.
Infomedics maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Infomedics heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag van € 74,99 aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
Proceskosten
4.9.
De vordering van Infomedics om [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten wordt afgewezen omdat niet valt in te zien waarom de verschillende nota’s voor dezelfde tandartsbehandeling los van elkaar moeten worden gevorderd. Zoals hiervoor onder 4.1 is overwogen, is [gedaagde] in 2018 al gedagvaard, terwijl dit om een nota van dezelfde datum en voor dezelfde tandartsbehandeling ging. Door het aanbrengen van meerdere dagvaardingen zijn nodeloos extra kosten gemaakt, die niet voor rekening van [gedaagde] kunnen worden gebracht. Dat de nota’s op verschillende momenten bij de deurwaarder zijn aangeleverd maakt dat niet anders.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics € 612,14 te betalen met de wettelijke rente over € 499,92 vanaf 29 juni 2021 tot aan de dag van volledige betaling;
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.H. Charbon, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 1 december 2021.