ECLI:NL:RBMNE:2021:5859

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 november 2021
Publicatiedatum
1 december 2021
Zaaknummer
C/16/530257 / KG ZA 21-624
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming tijdelijke aandeelhouder en bestuurder in kort geding wegens wilsbekwaamheid

In deze zaak, die op 18 november 2021 door de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, hebben eisers een kort geding aangespannen om een tijdelijke aandeelhouder en bestuurder aan te stellen voor de vennootschappen waarvan [gedaagde sub 4] de enige aandeelhouder en bestuurder is. [gedaagde sub 4] is in oktober 2021 getroffen door hersenbloedingen en is sindsdien niet in staat om belangrijke beslissingen te nemen. De neuroloog heeft verklaard dat hij niet wilsbekwaam is, wat heeft geleid tot de noodzaak om een tijdelijke vervanger aan te stellen.

Eisers, waaronder de dochter van [gedaagde sub 4], hebben verzocht om de aandelen van [gedaagde sub 4] in [gedaagde sub 1] B.V. tijdelijk over te dragen aan mevrouw [B] en de heer [C] te benoemen als tijdelijk bestuurder van [gedaagde sub 1] B.V. en [gedaagde sub 2] B.V. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de rechtbank bevoegd is, omdat de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam niet kan worden ingeschakeld. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eisers toegewezen, gezien de spoedeisendheid van de situatie, waarbij de vennootschappen stuurloos zijn en belangrijke beslissingen niet kunnen worden genomen.

De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de aandelen in beheer worden overgedragen aan mevrouw [B] en dat de heer [C] tijdelijk als bestuurder wordt aangesteld. Tevens is bepaald dat de kosten van deze aanstellingen ten laste komen van [gedaagde sub 1] B.V. en dat [gedaagde sub 1] B.V. de proceskosten van eisers moet vergoeden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 18 november 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/530257 / KG ZA 21-624
Vonnis in kort geding van 18 november 2021
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonend in [woonplaats 1] , gemeente [gemeente 1] ,
2.
[eiser sub 2],
wonend in [woonplaats 2] , gemeente [gemeente 2] ,
3.
[eiseres sub 3],
wonend in [woonplaats 1] , gemeente [gemeente 1] ,
eisers,
hierna gezamenlijk te noemen: eisers,
advocaat mr. M.J.M. Groen in Almere,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 1] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] , gemeente [gemeente 1] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 2] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] , gemeente [gemeente 1] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 3] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] , gemeente [gemeente 1] ,
4.
[gedaagde sub 4],
wonend in [vestigingsplaats] , gemeente [gemeente 1] ,
hierna te noemen: [gedaagde sub 4] ,
gedaagden,
hierna gezamenlijk te noemen: gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de akte overlegging producties van eisers met de producties 1 tot en met 18;
  • de akte overlegging producties van eisers met de producties 19 tot en met 29;
  • de mondelinge behandeling op 16 november 2021;
  • het tijdens de behandeling tegen gedaagden verleende verstek.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de heer [eiser sub 1] zijn vordering ingetrokken.
1.3.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 18 november 2021 het vonnis uitgesproken. Het onderstaande vormt hiervan de nadere schriftelijke uitwerking en is op 30 november 2021 vastgesteld.

2.Waar gaat dit kort geding over en wat oordeelt de voorzieningenrechter?

2.1.
[gedaagde sub 4] is enig aandeelhouder en enig bestuurder van [gedaagde sub 1] B.V. [gedaagde sub 1] B.V. is enig aandeelhouder van [gedaagde sub 2] B.V. en enig aandeelhouder en enig bestuurder van [gedaagde sub 3] B.V. [gedaagde sub 4] is enig bestuurder van [gedaagde sub 2] B.V.
2.2.
[gedaagde sub 4] is in oktober 2021 getroffen door een aantal hersenbloedingen. Op dit moment is hij opgenomen in het [naam ziekenhuis] in [plaatsnaam 1] op de afdeling Neurologie. Neuroloog [A] heeft op 15 november 2021 schriftelijk verklaard dat [gedaagde sub 4] niet in staat is om belangrijke beslissingen te nemen en/of niet begrijpt wat de gevolgen van zijn besluiten zijn. Hij wordt daarom door de neuroloog als niet wilsbekwaam ingeschat.
2.3.
Door de gezondheidssituatie van [gedaagde sub 4] kan hij op dit moment geen beslissingen nemen voor de vennootschappen waarvan hij (indirect) bestuurder en aandeelhouder is. Ook de dagelijkse werkzaamheden van de vennootschappen, zoals de loonbetaling van werknemers, liggen stil.
2.4.
Omdat [gedaagde sub 4] enig aandeelhouder en enig bestuurder is van [gedaagde sub 1] B.V. kan op grond van artikel 16 lid 5 van haar statuten geen tijdelijk of plaatsvervangend bestuurder worden benoemd. Ook op grond van artikel 14 lid 4 van de statuten van [gedaagde sub 2] B.V. en [gedaagde sub 3] B.V. kan er geen tijdelijk bestuurder worden benoemd.
2.5.
Gelet op deze situatie heeft de dochter van [gedaagde sub 4] , [eiseres sub 3] , bij de afdeling Toezicht van deze rechtbank een verzoekschrift ingediend tot benoeming van een bewindvoerder. Omdat de beslissing in deze procedure nog wordt afgewacht heeft zij samen met de heer [eiser sub 2] , bedrijfsleider van [gedaagde sub 2] B.V., dit kort geding gestart. Zij vorderen, kort samengevat:
- primair:
te bepalen dat de door [gedaagde sub 4] gehouden aandelen in [gedaagde sub 1] B.V. worden overgedragen aan mevrouw [B] totdat [gedaagde sub 4] zelf weer in staat is zijn functie uit te oefenen, dan wel totdat de bewindvoerder of de erfgenamen van [gedaagde sub 4] hun bevoegdheden rechtens geldend maken;
te bepalen dat de heer [C] wordt benoemd tot bestuurder van [gedaagde sub 1] B.V. en [gedaagde sub 2] B.V. totdat [gedaagde sub 4] zelf weer in staat is zijn functie uit te oefenen, dan wel totdat de bewindvoerder of de erfgenamen van [gedaagde sub 4] een andere bestuurder hebben benoemd;
te bepalen dat het salaris en de kosten van de beheerder en de bestuurder ten laste komen van [gedaagde sub 1] B.V.;
  • subsidiair: voorzieningen te treffen als door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen;
  • beide met veroordeling van [gedaagde sub 1] B.V. in de proceskosten.
Is de voorzieningenrechter bevoegd?
2.6.
Normaal gesproken is voor een verzoek tot benoeming van een tijdelijk bestuurder of aandeelhouder de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam bevoegd. Alleen is dat in dit geval niet mogelijk omdat een daartoe strekkend verzoek slechts door een aandeelhouder van de betrokken vennootschap kan worden gedaan (zie artikelen 2:345 en 2:356 BW). Omdat buiten [gedaagde sub 4] er geen andere aandeelhouder van [gedaagde sub 1] B.V. bestaat, is de gang naar de Ondernemingskamer dus niet mogelijk. Omdat [gedaagde sub 4] in [woonplaats 1] woont en de andere gedaagden in [vestigingsplaats] gevestigd zijn is de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, bevoegd om dit kort geding te behandelen.
Is de zaak spoedeisend?
2.7.
De eisers hebben een spoedeisend belang bij hun vorderingen. Op dit moment zijn de vennootschappen stuurloos omdat [gedaagde sub 4] de enig bestuurder en enig aandeelhouder is. [gedaagde sub 4] had voor hij ziek werd de salarissen van het personeel van oktober 2021 nog zelf ingeboekt, maar voor november 2021 is dat nog niet gebeurd. Daarnaast moeten de jaarcijfers van 2020 worden goedgekeurd en gedeponeerd worden. Dit is nu ook niet mogelijk.
Beoordeling vorderingen
2.8.
Uit de verklaring van de neuroloog van het [naam ziekenhuis] in [plaatsnaam 1] blijkt dat [gedaagde sub 4] op dit moment niet in staat is zijn taken als bestuurder en aandeelhouder uit te voeren. De familieleden van [gedaagde sub 4] staan daarom achter deze vorderingen. Zo hebben zijn zoon [D] , zijn dochter [eiseres sub 3] en zijn verloofde mevrouw [E] , schriftelijk verklaard dat zij op de hoogte zijn van dit kort geding en daarmee volledig instemmen en dat zij overtuigd zijn van het nut en de noodzaak van dit kort geding. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het noodzakelijk is dat er een tijdelijk bestuurder en aandeelhouder worden aangewezen Op dit moment moeten de salarissen van het personeel betaald worden en de jaarstukken moeten worden gedeponeerd.
2.9.
Voor de functie van aandeelhouder hebben eisers gevraagd of mevrouw [B] tijdelijk de aandelen mag beheren. Uit de door eisers overgelegde stukken blijkt dat mevrouw [B] werkzaam is als accountant en fiscalist van [gedaagde sub 4] . Zij is daardoor bekend met de ondernemingen. Ook heeft zij verklaard bereid te zijn het beheer van de aandelen naar eer en geweten uit te voeren. De voorziengingenrechter zal deze vordering daarom toewijzen, onder de voorwaarde dat zij het beheer over de aandelen heeft totdat [gedaagde sub 4] in staat is zijn functie als aandeelhouder weer uit te oefenen, dan wel het moment dat de bewindvoerder of de erfgenamen van [gedaagde sub 4] hun bevoegdheden rechtens geldend maken, dan wel tot het verzoek tot benoeming van een bewindvoerder wordt ingetrokken.
2.10.
Voor de functie van bestuurder hebben eisers gevraagd of de heer [C] dit tijdelijk mag doen. Uit de door eisers overgelegde stukken, waaronder zijn cv, blijkt dat de heer [C] ruime ervaring heeft met het besturen van ondernemingen. Ook hij heeft verklaard bereid te zijn de functie van tijdelijk bestuurder van [gedaagde sub 1] B.V. en [gedaagde sub 2] B.V. te vervullen en zal de werkzaamheden naar eer en geweten uit voeren. De voorzieningenrechter zal de vordering daarom toewijzen, onder de voorwaarde dat hij tijdelijk bestuurder is totdat [gedaagde sub 4] in staat is zijn functie als bestuurder weer uit te oefenen, dan wel totdat dat de bewindvoerder of de erfgenamen van [gedaagde sub 4] een andere bestuurder hebben benoemd, dan wel tot het verzoek tot benoeming van een bewindvoerder wordt ingetrokken.
2.11.
De voorzieningenrechter wijst eveneens de vordering toe dat het salaris en de kosten van mevrouw [B] en de heer [C] ten laste komen van [gedaagde sub 1] B.V.
2.12.
Eisers hebben gevorderd dat de proceskosten alleen gedragen zullen worden door [gedaagde sub 1] B.V. Ook dit zal worden toegewezen. De kosten van eisers worden begroot op:
- dagvaarding € 119,21
- griffierecht € 309,00
- salaris gemachtigde €
656,00
Totaal € 1.084,21

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
bepaalt dat alle door [gedaagde sub 4] gehouden aandelen in [gedaagde sub 1] B.V. met ingang van 18 november 2021 ten titel van beheer worden overgedragen aan mevrouw [B] uit [plaatsnaam 2] , gemeente [gemeente 1] , totdat [gedaagde sub 4] in staat is zijn functie als aandeelhouder weer uit te oefenen, dan wel het moment dat de bewindvoerder of de erfgenamen van [gedaagde sub 4] hun bevoegdheden rechtens geldend maken, dan wel tot het verzoek tot benoeming van een bewindvoerder wordt ingetrokken;
3.2.
bepaalt dat de heer [C] met ingang van 18 november 2021 tot bestuurder van [gedaagde sub 1] B.V. en [gedaagde sub 2] B.V. wordt benoemd, totdat [gedaagde sub 4] in staat is zijn functie als bestuurder weer uit te oefenen, dan wel totdat dat de bewindvoerder of de erfgenamen van [gedaagde sub 4] een andere bestuurder hebben benoemd, dan wel tot het verzoek tot benoeming van een bewindvoerder wordt ingetrokken;
3.3.
bepaalt dat het salaris en de kosten van mevrouw [B] en de heer [C] ten laste komen van [gedaagde sub 1] B.V.;
3.4.
veroordeelt [gedaagde sub 1] B.V. in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op € 1.084,21;
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Gaertman en in het openbaar uitgesproken op 18 november 2021. [1]

Voetnoten

1.type: