Beoordeling van het geschil
8. Op grond van de Wajong heeft iemand als jonggehandicapte recht op een uitkering als hij op de dag waarop hij achttien jaar wordt duurzaam geen arbeidsvermogen heeft. Het ‘Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten’ bepaalt dat iemand geen arbeidsvermogen heeft als hij:
- geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
- niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
- niet één uur aaneengesloten kan werken; of
- niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
9. Voor het recht op een Wajong-uitkering moet het Uwv beoordelen of (ten minste) één van de vier hierboven genoemde situaties zich voordoet. Is dat zo, dan ontbreekt het arbeidsvermogen. Het Uwv moet daarna beoordelen of dat duurzaam is. Het duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen betekent dat de mogelijkheden niet door medisch herstel, behandeling, begeleiding of door training (bijvoorbeeld scholing) kunnen verbeteren. Het Uwv heeft een stappenplan ontwikkeld aan de hand waarvan beoordeeld wordt of het ontbreken van arbeidsvermogen duurzaam is.
10. De rechtbank stelt voorop dat het bij de vraag naar de duurzaamheid van het ontbreken van arbeidsvermogen gaat om de toekomstige mogelijkheden tot arbeidsparticipatie. De verzekeringsarts en arbeidsdeskundige moeten een inschatting maken over hoe de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich bij eiseres kunnen ontwikkelen. De Centrale Raad van Beroep (hierna: CRvB), de hoogste rechter in Wajongzaken, hanteert hiervoor strenge criteria.Een zorgvuldige besluitvorming brengt mee dat de inschatting van de verzekeringsarts en/of de arbeidsdeskundige moet berusten op een concrete en deugdelijke afweging van de feiten en omstandigheden die bij eiseres aan de orde zijn, voor zover die feiten en omstandigheden betrekking hebben op de datum in geding. Als de inschatting van de mogelijkheden tot ontwikkeling berust op een (ingezette) medische behandeling, is een onderbouwing vereist die ziet op het mogelijke resultaat daarvan voor eiseres.
11. Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het Uwv besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Die rapporten moeten dan wel aan drie voorwaarden voldoen. De rapporten:
- zijn op een zorgvuldige manier tot stand gekomen;
- bevatten geen tegenstrijdigheden;
- zijn voldoende begrijpelijk.
Het is aan eiseres om aan te voeren en zo nodig aannemelijk te maken dat rapporten niet aan de drie voorwaarden voldoen of dat de medische beoordeling niet klopt. Om aannemelijk te maken dat de medische beoordeling onjuist is, is in beginsel een rapport van een arts of medisch behandelaar noodzakelijk. De rechtbank verwijst naar vaste rechtspraak van de CRvB.
Zorgvuldigheid van het onderzoek
12. Eiseres voert aan dat het onderzoek onvoldoende zorgvuldig is geweest. Het onderzoek is onvoldoende toegespitst op de concrete omstandigheden van eiseres, waar het gaat om de vraag in hoeverre het reëel is dat eiseres de komende jaren arbeidsvermogen zal ontwikkelen met behulp van gerichte intensieve medische begeleiding. Ter zitting is deze grond toegelicht en is duidelijk geworden dat eiseres vindt dat het onderzoek onzorgvuldig is geweest omdat de schriftelijke reacties van haar behandelaars drs. [B] , gedragsdeskundige en orthopedagoog [organisatie] , van 27 september 2020, en [C] , GZ-psycholoog, van 8 oktober 2020, onvoldoende door het Uwv zijn meegewogen. De rechtbank volgt eiseres hierin niet en legt dit uit.
13. De rechtbank ziet in wat eiseres aanvoert geen reden om aan te nemen dat het onderzoek van de verzekeringsartsen onzorgvuldig is. De beroepsgrond van eiseres gaat over de juistheid van de inhoudelijke medische beoordeling en niet over de zorgvuldigheid van het onderzoek. De beroepsgrond over de juistheid van de medische beoordeling zal hierna worden besproken. Naar het oordeel van de rechtbank hebben de verzekeringsartsen een zorgvuldig onderzoek verricht. De primaire verzekeringsarts heeft dossierstudie verricht en heeft eiseres en [D] (leerkracht VSO [VSO] ) op het spreekuur van 15 juli 2020 gehoord en heeft eiseres psychisch onderzocht. Ook heeft de primaire verzekeringsarts het door eiseres aan de primaire verzekeringsarts getoonde (maar niet verstrekte) onderzoeksrapport van [expertisecentrum] van 13 januari 2020 bij de beoordeling betrokken.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het dossier bestudeerd en heeft de door eiseres overgelegde medische informatie, waaronder de voornoemde schriftelijke reacties van [C] van 8 oktober 2020 en de verklaring van [B] van 27 september 2020 in de beoordeling betrokken. De beroepsgrond slaagt niet.
Kan eiseres ten minste één uur aaneengesloten werken en is eiseres ten minste vier uur per dag belastbaar?
14. Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet één uur aaneengesloten en ten minste vier uur per dag kan werken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft dat standpunt volgens eiseres niet gemotiveerd.
15. De rechtbank geeft eiseres hierin geen gelijk en zal dit hierna uitleggen. De primaire verzekeringsarts vindt dat eiseres ten minste één uur aaneengesloten kan werken, omdat de autistische stoornis die eiseres heeft daar geen problemen voor oplevert. Ook de lichte verstandelijke beperking van eiseres is volgens de primaire verzekeringsarts niet zo diep dat eiseres medisch gezien niet ten minste één uur aaneengesloten kan werken. De primaire verzekeringsarts heeft in het gesprek met eiseres tijdens het spreekuur ook gezien en gemerkt dat zij ten minste één uur aaneengesloten kan werken. De primaire verzekeringsarts vindt ook dat eiseres ten minste vier uur per dag belastbaar is, omdat de autistische stoornis en de lichte verstandelijke beperking van eiseres er niet voor zorgen dat zij snel vermoeid raakt. Daarbij heeft eiseres in de praktijk laten zien dat zij minstens vier uur per dag belastbaar is.
16. De verzekeringsarts bezwaar en beroep vindt dat de primaire verzekeringsarts het onderzoek goed en volledig heeft gedaan. Hij is het daarom eens met de primaire verzekeringsarts en hij neemt de conclusies en de motivering van de primaire verzekeringsarts over.
17. De rechtbank kan de motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep volgen. Naar het oordeel van de rechtbank is er onvoldoende reden om te twijfelen aan het oordeel van de primaire verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
De beroepsgrond slaagt niet.
Duurzaamheid: het uitvoeren van een taak in een arbeidsorganisatie en het ontwikkelen van basale werknemersvaardigheden in de toekomst
18. Eiseres voert aan dat zij in de toekomst geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie en geen basale werknemersvaardigheden kan ontwikkelen. Zij wijst hierbij op de verklaringen van haar behandelaars, [B] en [C] , die aangeven dat zij, ondanks de inzet van therapie, medicatie en intensieve begeleiding, niet in staat is om regels en afspraken na te komen. De verwachting over de verbetering van de belastbaarheid berust niet op een concrete en deugdelijke afweging van de concrete feiten en omstandigheden die bij eiseres aanwezig zijn.
19. De rechtbank geeft eiseres hierin gelijk en legt dat hierna uit. De primaire verzekeringsarts overweegt in zijn rapport van 16 september 2020 dat eiseres nog arbeidsvermogen kan ontwikkelen. Naast de normale hersenontwikkeling in de leeftijdsfase van 17 tot 25 jaar, kan het optimaliseren van de Dipeperon spiegel, het toepassen van andere medicatie die de prikkelgevoeligheid vermindert en een ASS-training via het Leo Kannerhuis bijdragen aan het verminderen van de beperkingen van eiseres. Ook de behandeling van een mogelijk nog te stellen diagnose (persoonlijkheidsstoornis) kan hieraan bijdragen.
20. De arbeidsdeskundige concludeert in zijn rapport van 11 september 2020 dat er nog ontwikkelmogelijkheden voor eiseres zijn op het gebied van training en begeleiding bij de onderliggende medische aandoening en daardoor toename van de bekwaamheden van eiseres. Ook kan volgens de arbeidsdeskundige groei van de mogelijkheden door de ontwikkeling op biologisch, psychisch en sociaal gebied die plaatsvindt bij het vorderen van de leeftijd nog niet worden uitgesloten. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep is het hier in zijn rapport van 22 januari 2021 mee eens.
21. De verzekeringsarts bezwaar en beroep is het in zijn rapport van 6 januari 2021 eens met de primaire verzekeringsarts en geeft aan dat de normale hersenontwikkeling in de leeftijdsfase van 17 tot 25 jaar nog in gang is en er nog (medische) interventies niet zijn toegepast, hetgeen kan bijdragen aan het verminderen van de beperkingen tot een niveau dat eiseres wel beschikt over basale werknemersvaardigheden. De huidige beperkingen die ervoor zorgen dat eiseres geen arbeidsvermogen heeft, liggen volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep op het niveau van het gedrag van eiseres en dit gedrag is behandelbaar. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep wordt bij de beoordeling van de ontwikkelmogelijkheden van de basale werknemersvaardigheden vooral gekeken naar de toekomstige jaren en zijn er onvoldoende medische gronden waardoor het niet mogelijk zou zijn dat eiseres de regressieve ontwikkeling van de laatste jaren kan ombuigen naar een progressie met gerichte intensieve (medische) begeleiding.
22. De rechtbank is van oordeel dat de hiervoor genoemde motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep niet toereikend is en dat onvoldoende concreet is onderbouwd hoe de basale werknemersvaardigheden van eiseres zich in de toekomst nog kunnen ontwikkelen, mede gelet op de (combinatie van de) diagnoses PDD-nos, een (ongespecificeerde) persoonlijkheidsstoornis en een lichte verstandelijke beperking die bij eiseres zijn gesteld. Daarom heeft de rechtbank met de brief van 6 augustus 2021 de verzekeringsarts bezwaar en beroep om nadere informatie gevraagd over de behandelmogelijkheden van eiseres en verzocht om in te gaan op de volgende vragen:
- Welke concrete medische behandelingen zijn nog mogelijk voor eiseres?
- Wat houden deze medische behandelingen in?
- Welke concrete resultaten kunnen met die medische behandelingen worden behaald voor de verbetering van de belastbaarheid van eiseres?
- Hoe verhouden deze medische behandelingen zich tot de eerdere (medische) behandelingen die eiseres al heeft gehad?
23. Het Uwv verwijst voor de beantwoording van deze vragen naar de motivering die in het verweerschrift van 13 juli 2020 is opgenomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep overweegt dat naast de normale hersenontwikkeling in de leeftijd van 17 tot 25 jaar, kunnen ook het optimaliseren van de Dipiperon Spiegel, het toepassen van andere medicatie, die prikkelgevoeligheid vermindert, een ASS-training bij het Leo Kannerhuis en gerichte intensieve (medische) begeleiding bijdragen aan het verminderen van de medische geobjectiveerde beperkingen tot een niveau dat eiseres wel beschikt over basale werknemersvaardigheden.
24. De rechtbank is van oordeel dat deze motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep nog steeds niet toereikend is en onvoldoende concreet is onderbouwd hoe de basale werknemersvaardigheden van eiseres zich in de toekomst nog kunnen ontwikkelen. Uit deze motivering blijkt niet welke concrete medische behandelingen nog mogelijk zijn, wat deze medische behandelingen inhouden, welke concrete resultaten met de medische behandelingen kunnen worden behaald voor de verbetering van de belastbaarheid van eiseres en hoe de medische behandelingen zich verhouden tot de eerdere (medische) behandelingen die eiseres al heeft gehad. De rechtbank stelt vast dat de aanname van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige dat eiseres basale werknemersvaardigheden kan ontwikkelen, is gebaseerd op algemene, niet op de persoon van eiseres betrekking hebbende informatie. Daar tegenover staan de in stellige bewoordingen geformuleerde verklaringen van de behandelaars van eiseres en de leerkracht en de uitstroomcoördinator van [VSO] .
25. Volgens de verklaring van behandelaar [B] , gedragsdeskundige en orthopedagoog [organisatie] , van 27 september 2020, beschikt eiseres niet over arbeidsvermogen. Hij verwacht dat eiseres gedurende haar hele werkende leven geen benutbare mogelijkheden heeft en geen duurzame arbeidsrelatie aan zal kunnen gaan vanwege haar lichte verstandelijke beperking, haar psychiatrische problematiek en haar belaste geschiedenis. Ook heeft zij bij de diverse interventies, behandelingen en intensieve begeleiding in het verleden niet veel groei doorgemaakt.
26. Volgens de verklaring van behandelaar [C] , GZ-psycholoog, van 8 oktober 2020, heeft eiseres zeer intensieve begeleiding nodig omdat zij in de thuissituatie en dagbesteding met grote regelmaat hoge stress ervaart. Zij heeft moeite met de hoeveelheid prikkels, nieuwe situaties, onduidelijke verwachtingen, sociale situaties en het lukt eiseres niet om de stress te laten zakken. Bij hoge stress loopt eiseres weg, trekt ze zich terug, maakt ze ruzie, kan ze zich niet concentreren en is sprake van automutilatie. Dat vraagt volgens [C] zeer intensieve begeleiding en ze zal geen arbeidsrelatie aan kunnen gaan.
27. Volgens de verklaring van [D] , leerkracht van eiseres, en [E] , uitstroom coördinator, van 15 oktober 2020, is de ondersteuningsbehoefte van eiseres op haar dagbestedingsplek dermate groot, dat zij een aanzienlijke ontwikkeling zou moeten doormaken om tot (beschutte) arbeid te komen. Na de vier jaar dat zij haar kennen, zien zij dat deze sprong in ontwikkeling nu en in de toekomst niet haalbaar is. Bij eiseres is de afgelopen vier jaar alleen maar regressie in haar ontwikkeling gezien. Allerlei interventies zijn ingezet om de ontwikkeling van eiseres te bevorderen, maar met een negatief resultaat. Deze beperkte ontwikkelingsmogelijkheden kunnen worden verklaard vanuit haar diagnoses en vanuit haar belaste voorgeschiedenis.
De rechtbank overweegt dat de beroepsgrond van eiseres slaagt.