Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 november 2021 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
Procesverloop
17 augustus 2020 geen uitkering krijgt op grond van de Ziektewet (ZW), omdat hij op deze datum arbeidsgeschikt is voor het verzekerde werk.
20 augustus 2021 tot en met 15 september 2021 op familiebezoek is in Marokko. Eiser is in de afgelopen drie jaar niet in Marokko geweest en zijn in 1938 geboren vader en schoonouders wonen in Marokko. De vader is ziek.
18 augustus 2021 ontvangen van de gemachtigde van eiser, waarin de het e-mailadres en het mobiele telefoonnummer van eiser zijn vermeld. De rechtbank heeft vervolgens skypelinks verzonden naar de opgegeven e-mailadressen van eiser en zijn gemachtigde.
Inleiding
Het geschil
17 augustus 2020 geen ZW-uitkering krijgt, omdat hij op deze datum arbeidsgeschikt is voor zijn arbeid.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank volgt eiser hierin niet. De rechtbank overweegt dat de medische beperkingen van eiser zijn beoordeeld door een arts en dat deze zijn heroverwogen door een verzekeringsarts bezwaar en beroep. De arts heeft eiser telefonisch gesproken op het telefonisch spreekuur op 13 oktober 2020. Zowel de arts, als verzekeringsarts bezwaar en beroep, heeft dossierstudie gedaan. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft eiser gezien tijdens het (fysieke) spreekuur op 17 december 2020, heeft eiser lichamelijk en psychisch onderzocht en heeft de medicatie van eiser betrokken in zijn medische heroverweging, zoals blijkt uit zijn medische rapportage van 28 december 2020. De rechtbank overweegt dat de klachten van eiser, die hij heeft opgenomen in zijn beroepschrift, zijn betrokken in het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 28 december 2020. De medische beperkingen van eiser zijn naar het oordeel van de rechtbank vastgesteld op basis van zorgvuldig onderzoek door de arts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie
Beslissing
mr. G.M.C.P. Maarhuis, griffier. De uitspraak is uitgesproken op 9 november 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.