Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 oktober 2020 met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties;
- de akte met aanvullende producties aan de zijde van [gedaagde] BVBA;
- de mondelinge behandeling van 19 oktober 2021;
- de pleitaantekeningen van [eiseres] en [gedaagde] .
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
€ 48.000,00, vermeerderd met wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW en geleden immateriële schade als gevolg van de door [eiseres] gepleegde onrechtmatige daad.
4.De beoordeling
BLACK LETTER RULES”1. The inclusion of standard terms under the CISG is determined according to the rules for the formation and interpretation of contracts under the CISG.
€ 3,00 en € 8,00 per doos.
€ 960,00 aan [eiseres] heeft voldaan, zodat dit bedrag in mindering wordt gebracht op de gevorderde hoofdsom. In hoofdsom resteert een bedrag van € 38.066,00 dat door [gedaagde] aan [eiseres] dient te worden voldaan.
€ 20.748,17 uit hoofde van de consignatieovereenkomst aan [gedaagde] . De rechtbank wijst de overige in reconventie door [gedaagde] ingestelde vorderingen af.
- dagvaarding: € 83,38
- griffierecht: € 2.042,00
- salaris gemachtigde:
€ 20.748,17 uit hoofde van de consignatieovereenkomst. [eiseres] heeft zich echter steeds bereid verklaart om dit bedrag aan [gedaagde] te voldoen, terwijl [gedaagde] weigerde dit bedrag aan [eiseres] te factureren. De rechtbank begroot de proceskosten aan de zijde van [eiseres] in reconventie op € 721,00 (1 punt x tarief € 721,00) als salaris advocaat.