ECLI:NL:RBMNE:2021:596
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving illegale bouwwerken
Op 17 februari 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een handhavingstraject. Verzoeker, eigenaar van een perceel in Wijdemeren, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 27 november 2020, waarin hem een last onder dwangsom werd opgelegd voor het verwijderen van een illegale schuur en hobbykas op zijn perceel. De voorzieningenrechter oordeelde dat de begunstigingstermijn voor het voldoen aan de last al was verstreken op het moment dat het verzoek om voorlopige voorziening werd ingediend. Dit leidde tot de conclusie dat het vereiste spoedeisend belang ontbrak, aangezien verzoeker niet kon aantonen dat hij in een onomkeerbare situatie zou komen te verkeren door de handhaving. De voorzieningenrechter weegt de belangen van verzoeker tegen die van de gemeente en concludeert dat het belang van handhaving zwaarder weegt. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open.