4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De aangifte en verklaring van [slachtoffer 1] , geboren [1996]
In de periode eind 2004 tot mei 2014 ben ik stelselmatig mishandeld door mijn toenmalige stiefmoeder [verdachte] . In die periode woonde ik als minderjarig kind van tussen de acht en achttien jaar samen met mijn zusjes [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] op het [adres] te [woonplaats] . Mijn vader is op [2004] hertrouwd met [verdachte] die vanaf dat moment dus mijn stiefmoeder werd. Al vrij snel nadat [verdachte] bij ons introk samen met haar toenmalige minderjarige dochter [A] ging het al mis.
Ik kan vertellen dat het bij ons in huis zo was dat een van de drie, ik bedoel dus [slachtoffer 3] , [slachtoffer 2] of ik, uit de gratie was. Als je bij [verdachte] uit de gratie was, kon dat een paar weken duren. In zo'n periode hoefde er maar iets te gebeuren of ze ontstak in woede. Ze kon dan heel boos op je worden en je kon dan om het minste of geringste een klap krijgen. [verdachte] sloeg vrijwel altijd met de binnen- of buitenkant van haar hand. Ik kan zeggen dat het echt harde klappen waren. Ze begon wild tekeer te gaan en dan kreeg je meerdere klappen in je gezicht. Het gebeurde ook vaak dat ze me bij mijn shirt pakte. Ik ben daarbij vaak op de grond te recht gekomen. Ik kon en mocht mij niet verweren. Ik kan er aan toevoegen dat ze weleens zei dat ik me niet mocht beschermen. Ik bedoel daar mee dat ik mij armen voor mijn gezicht hield als ze begon te slaan.Ze wilde dan niet dat ik dat deed. Ik kan ook zeggen dat mijn zussen vaak aan hun haren gepakt werden door [verdachte] . Zij hadden allebei lang haar. Altijd eindigde je dan wel in een hoek. Ik was echt bang voor [verdachte] .
Ik weet ook een voorval toen ik een keer te laat thuis kwam omdat ik was gaan gamen. Mijn vriend [B] had me thuis afgezet. [verdachte] deed open, ze was aan het stofzuigen. Vanuit het niets ging ze tegen me te keer. Ze begon me gelijk te slaan. Ze sloeg me eerst met de hand en toen ik op de grond gevallen was sloeg ze me volgens mij met het kopstukje van de slang dat je er af kunt halen.
U vraagt of ik ervan getuige geweest ben dat [slachtoffer 3] of [slachtoffer 2] klappen kreeg. Ik kan zeggen dat ik dat vaak genoeg gezien heb. Zij werden vaak bij hun haren gepakt door [verdachte] . Ik heb [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] ook zo vaak horen huilen. [verdachte] deed geen moeite dit te verbergen. Ook als we erbij waren, sloeg ze ons. Ik weet nog wel een voorval dat [slachtoffer 3] of [slachtoffer 2] op de keukenvloer lag. Ik zag dat [verdachte] er echt bovenop zat en schreeuwde. Aan de haren werd [slachtoffer 3] of [slachtoffer 2] met het hoofd op de grond geslagen. Ik weet nog dat ze huilde en smeekte om te stoppen.
De aangifte en verklaring van [slachtoffer 2] , geboren [1994]
In 2003 ontmoette mijn vader een nieuwe vriendin, dit is [verdachte] . Zij zijn in [maand] 2004 getrouwd met elkaar. Ik was toen tien jaar oud. [verdachte] kwam toen met haar dochter bij ons wonen aan het [adres] te [woonplaats] . Ik werd door mijn stiefmoeder geslagen, gekwetst en uitgescholden.
Zij sloeg mij en mijn broer en zus meerdere keren per dag, soms met platte hand en soms met haar vuist. Net waar zij zin in had, ook met voorwerpen in de buurt, bijvoorbeeld met het uiteinde van de stofzuigerslang. Ik ben meerdere malen tegen de muur aan geduwd en daar geslagen. Ik ben meerdere malen aan mijn haren gesleurd. Meerdere malen heb ik [slachtoffer 1] horen gillen. Bij [slachtoffer 3] heb ik dit ook gehoord.
Een keer kan ik mij nog goed herinneren, dit was toen ik op de grond werd gegooid in de keuken. Mijn stiefmoeder zat bovenop mij en sloeg mij met mijn hoofd hard op de keukenvloer.Ik zat toen in de vijfde klas van [school] in Utrecht (
opmerking rechtbank: een middelbare school).
[verdachte] heeft me mishandeld door aan mijn haren te trekken, me te slaan, te schoppen. U vraagt of zij dat heel hardhandig deed. Dat was zeker zo. Ik probeerde mijzelf te beschermen door mijn armen voor mijn gezicht te houden. Daar werd [verdachte] alleen maar bozer van.
Ik kan mij een incident herinneren dat [slachtoffer 3] door [verdachte] van de trap af werd getrokken. Ik denk dat [slachtoffer 3] toen een jaar of 17 was. [verdachte] was boos en [slachtoffer 3] had straf. [slachtoffer 3] viel echt van de trap af en ik de hal kreeg ze verder klappen. Ik moest van [verdachte] naar boven, maar ik zag het wel. De mishandelingen gingen gewoon door ook al was je wat ouder.
De aangifte en verklaring van [slachtoffer 3] , geboren [1992]De ergste keer wat ik heb gezien was bij [slachtoffer 2] . [slachtoffer 2] was vijf minuten later thuis uit school volgens [verdachte] berekeningen. Ik stond in de keuken met [verdachte] toen [slachtoffer 2] aankwam, zij liep ook naar de keuken toe. Ze vertelde dat zij nog even met een vriendin had gekletst. Toen trok ze [slachtoffer 2] aan haar haren naar beneden op de grond. Ze begon als een bezetene op [slachtoffer 2] in te trappen echt heel hard. [slachtoffer 2] hield haar handen voor haar gezicht om af te weren en riep: “Mama ophouden” Hoe vaker [slachtoffer 2] dit riep hoe harder [verdachte] begon te trappen.
[verdachte] wist precies hoe laat je thuis kon zijn. Ik ben natuurlijk ook weleens wat te laat geweest. Dat had onherroepelijk gevolgen. Ik kreeg dan klappen of een andere vorm van straf. Ik ben vaak mishandeld. Dat bestond uit slaan in het gezicht, aan de haren naar beneden trekken en dan in mijn buik geschopt worden.
Verklaring verdachte
Verdachte heeft ter zitting bekend dat zij de kinderen met enige regelmaat heeft geslagen, met haar vlakke hand op hun lichaam en in hun gezicht. Ook heeft zij [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] aan hun haren getrokken en [slachtoffer 2] geschopt, nadat ze op de grond was gevallen.
Betrouwbaarheid aangiftes
De rechtbank overweegt dat de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] consistent en gedetailleerd zijn, met soms concrete voorbeelden en verwijzingen naar een gebeurtenis, schooljaar of jaargetijde. De verklaringen ondersteunen elkaar voor wat betreft de handelingen van verdachte. Er is geen grond om aan te nemen dat de verklaringen op elkaar zijn afgestemd; zo verklaart [slachtoffer 1] over het incident op de keukenvloer, maar weet hij niet of dat [slachtoffer 3] of [slachtoffer 2] betrof. En [slachtoffer 2] verklaart over het van de trap afduwen van [slachtoffer 3] , terwijl [slachtoffer 3] daar niet over verklaart. De rechtbank ziet, gelet op hetgeen hiervoor is weergegeven, ook geen aanknopingspunten voor het verweer van de verdediging dat sprake is van een overdreven weergave van de feiten. Dat bij aangevers nooit enig letsel is gezien, is voor de rechtbank geen reden niet overtuigd te zijn van de juistheid van hun verklaringen. De door verdachte verrichte handelingen hoeven immers niet per definitie te leiden tot noemenswaardig en zichtbaar letsel. Daarbij kan over het algemeen worden gezegd dat kinderen vaker kleine blauwe plekken hebben met verschillende oorzaken, dus als daarvan sprake was hoeft dat niet opvallend te zijn geweest. Ook zijn beurse blauwe plekken of bulten op de behaarde hoofdhuid moeilijk waarneembaar en dus een verklaring voor het feit dat er na het incident op de keukenvloer geen letsel is waargenomen. De rechtbank acht de verklaringen van aangevers dan ook geloofwaardig en betrouwbaar.
Op grond van de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.