ECLI:NL:RBMNE:2021:6139

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 november 2021
Publicatiedatum
20 december 2021
Zaaknummer
C/16/519555 / FA RK 21-777
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring voor recht inzake de rechtsgeldigheid van een huwelijk gesloten in Syrië

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 november 2021 uitspraak gedaan in een echtscheidingsverzoek van een man, die in Syrië met een vrouw was getrouwd. De man verzocht de rechtbank om de echtscheiding uit te spreken, maar subsidiair om te verklaren voor recht dat partijen niet met elkaar zijn gehuwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen in 2014 in Syrië zijn getrouwd, maar dat dit huwelijk niet als rechtsgeldig kan worden erkend in Nederland. De rechtbank oordeelde dat er enkel sprake was van een traditioneel huwelijk, zonder de vereiste registratie bij een bevoegde autoriteit. De man had geen huwelijksakte overgelegd, omdat deze niet bestond. De rechtbank concludeerde dat, aangezien het huwelijk niet rechtsgeldig was, de echtscheiding niet kon worden uitgesproken. De rechtbank heeft het verzoek van de man om de echtscheiding af te wijzen, maar heeft wel verklaard dat partijen niet met elkaar gehuwd zijn. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en kan worden aangevochten bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/519555 / FA RK 21-777
Echtscheiding
Beschikking van 26 november 2021
in de zaak van:
[de man] ,
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. K. Tülü,
tegen
[de vrouw] ,
zonder een bij de rechtbank bekende woon- of verblijfplaats,
hierna te noemen: de vrouw.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift met bijlage van de man, binnengekomen op 26 maart 2021;
  • het F9-formulier met bijlage van de man van 13 april 2021.
1.2.
Het verzoek is besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van
27 oktober 2021. Daarbij waren aanwezig: de man, bijgestaan door zijn advocaat en een tolk de heer M.D.M. Metry.
1.3.
De vrouw was openbaar opgeroepen door middel van een bericht in de Staatscourant, maar zij is niet verschenen.
1.4.
Na de zitting heeft de rechtbank nog het F9-formulier van 8 november 2021 met bijlagen ontvangen van de man.

2.Waar gaat het over?

2.1.
Partijen zijn in 2014 met elkaar getrouwd in [plaatsnaam] , Syrië.
2.2.
Partijen hebben de Syrische nationaliteit.
2.3.
De man verzoekt de rechtbank:
  • primair: de echtscheiding tussen partijen uit te spreken;
  • subsidiair:indien de rechtbank van mening mocht zijn dat partijen niet met elkaar zijn gehuwd dan wel zijn geweest, te verklaren voor recht dat partijen niet met elkaar zijn gehuwd dan wel zijn geweest.

3.De beoordeling

Beslissing
3.1.
De rechtbank zal een verklaring voor recht geven dat partijen niet met elkaar gehuwd zijn en legt hierna uit waarom.
De bevoegdheid van de rechtbank en het recht dat van toepassing is
3.2.
De rechtbank vindt dat zij kan beslissen op het verzoek van de man. Nu ten tijde van de indiening van het verzoekschrift de gewone verblijfplaats van ten minste één van partijen (namelijk de man) zich in Nederland bevond, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe om te oordelen over het verzoek tot echtscheiding. Op grond van artikel 10:56 van het Burgerlijk Wetboek is Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding van toepassing.
Een rechtsgeldig huwelijk?
3.3.
De rechtbank moet eerst beoordelen of er sprake is van een rechtsgeldig huwelijk dat in Nederland kan worden erkend. Het uitgangspunt bij erkenning van een buiten Nederland gesloten huwelijk is dat dit in Nederland wordt erkend als het volgens het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking plaatsvond (in dit geval Syrië) rechtsgeldig is, of als het op enig moment daarna rechtsgeldig is geworden. [1] Een huwelijk wordt vermoed rechtsgeldig te zijn indien een verklaring hierover is afgegeven door een bevoegde autoriteit. [2]
3.4.
De man heeft ter zitting verteld dat hij in [.] of [..] 2014 met de vrouw is getrouwd in Syrië. De man heeft geen afschrift of uittreksel van de huwelijksakte overgelegd, omdat er geen huwelijksakte is.
3.5.
De advocaat van de man heeft na de zitting nog een document overgelegd, het Thematisch ambtsbericht Syrië van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waar informatie in staat over de huwelijkssluiting en -registratie in Syrië. Volgens dit ambtsbericht kan men in Syrië eerst een traditioneel huwelijk laten voltrekken en dat men zich daarna moet begeven naar een aan de staat gelieerde sharia-rechtbank, waar het traditionele huwelijk wordt bekrachtigd. In dat geval stelt de sharia-rechtbank een rechtbankdocument op. Zodra het huwelijk bij een sharia-rechtbank is erkend, is het huwelijk rechtsgeldig. Wanneer het huwelijk is bekrachtigd door een dergelijke rechtbank, kan het worden geregistreerd in het bevolkingsregister van het directoraat Burgerzaken.
3.6.
Gelet op de verklaringen van de man ter zitting en het rapport eerste gehoor van de IND is de rechtbank van oordeel dat er geen rechtsgeldig huwelijk tot stand is gekomen. De man heeft verteld dat er sprake was van een religieus huwelijk, waarbij de Sheikh een contract heeft gemaakt. Dit contract is niet op schrift gesteld en ingediend bij de rechtbank, omdat de man toen is gevlucht vanuit Syrië. De rechtbank is dus van oordeel dat er slechts een traditioneel huwelijk is gesloten. Nu dit huwelijk hier niet als rechtsgeldig kan worden erkend, kan daarvan de echtscheiding niet worden uitgesproken. De rechtbank zal het verzoek van de man om de echtscheiding uit te spreken dan ook afwijzen.
De man, die in de gemeentelijke basisadministratie staat geregistreerd als gehuwd, heeft naar het oordeel van de rechtbank voldoende belang bij zijn verzoek voor recht te verklaren dat partijen niet met elkaar gehuwd zijn. De rechtbank wijst dit verzoek als op de wet gegrond toe.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verklaart voor recht dat de man, [de man] , en de vrouw, [de vrouw] , niet met elkaar gehuwd zijn;
4.2.
wijst het overig of anders verzochte af.
Dit is de beslissing van (kinder)rechter mr. P.J. Elferink, tot stand gekomen in samenwerking met mr. S. Clement, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
26 november 2021.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Voetnoten

1.Artikel 10:31 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.Artikel 10:31 lid 4 BW.