ECLI:NL:RBMNE:2021:6151

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 december 2021
Publicatiedatum
21 december 2021
Zaaknummer
9253337 MC EXPL 21-3619 BmR/842
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot e-mailaccount van overledene door erfgenamen

In deze zaak vorderden de erfgenamen van de heer [A] toegang tot zijn Hotmail-account na zijn overlijden op [overlijdensdatum] 2017. De kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland oordeelde dat de erfgenamen recht hebben op toegang tot het e-mailaccount, ondanks het verweer van Microsoft dat digitale gegevens niet als vererfbare goederen kunnen worden aangemerkt. De rechter stelde vast dat de erfgenamen in beginsel gebonden zijn aan de gebruiksovereenkomst die de overledene met Microsoft had gesloten. Aangezien er geen specifieke bepalingen waren over het overlijden van de gebruiker, werd de AVG niet van toepassing verklaard op de persoonsgegevens van de overledene. De kantonrechter oordeelde dat het belang van de erfgenamen bij toegang tot de gegevens zwaarder woog dan de belangen van Microsoft bij het beschermen van persoonsgegevens. De vordering tot toegang tot het e-mailaccount werd toegewezen, met een dwangsom voor het geval Microsoft niet zou voldoen aan de uitspraak. De proceskosten werden ook aan Microsoft opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Almere
zaaknummer: 9253337 MC EXPL 21-3619 BmR/842
Vonnis van 15 december 2021
inzake
1.
[eiser/eiseres sub 1] , in hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van de heer [A],
wonende te [woonplaats 1]
2.
[eiser/eiseres sub 2] , erfgename in de nalatenschap van wijlen de heer [A],
wonende te [woonplaats 2]
3.
[eiser/eiseres sub 3] , erfgenaam in de nalatenschap van wijlen de heer [A],
wonende te [woonplaats 3]
4.
[eiser/eiseres sub 4] , erfgenaam in de nalatenschap van wijlen de heer [A],
wonende te [woonplaats 4] ,
verder ook te noemen [eiser/eiseres sub 2] c.s.,
eisende partij,
gemachtigde: mr. E.T. van den Hout,
tegen:
de vennootschap naar buitenlands recht
Microsoft Ireland Operations Ltd., zonder bekend kantooradres in Nederland,
gevestigd te Dublin,
verder ook te noemen Microsoft,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. R.J.J. Westerdijk.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding - de conclusie van antwoord - de conclusie van repliek - de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op [overlijdensdatum] 2017 is te [overlijdensplaats] overleden de heer [A] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1942, laatst wonende te [plaatsnaam 1] (gemeente
[naam gemeente] ).
2.2.
[A] was ten tijde van zijn overlijden onder huwelijkse voorwaarden gehuwd met mevrouw [B] .
2.3.
Krachtens zijn testament gedateerd 16 oktober 2015, verleden bij akte voor notaris mr. [C] in [plaatsnaam 2] , in Nederland, zijn zijn drie kinderen als erfgenamen aangewezen. Aan [B] zijn een aantal legaten vermaakt.
2.4.
Bij beschikking van de kantonrechter van 21 juni 2019 is [eiser/eiseres sub 1] benoemd tot executeur van de nalatenschap van [A] .
2.5.
[A] dreef de eenmanszaak " [naam eenmanszaak] " te [plaatsnaam 1] .
2.6.
[A] heeft in het verleden een gebruikersovereenkomst gesloten met Microsoft en een Hotmail-account aangemaakt met het adres [e-mailadres] .
2.7.
Bij het aanmaken van een e-mailaccount zijn de gebruik- en privacy voorwaarden van toepassing verklaard op de overeenkomst die tussen partijen wordt gesloten. Contractueel gezien staat in de Microsoft Services Agreement niets opgenomen over wat er met het Account gebeurt als de gebruiker komt te overlijden. De Microsoft Services Agreement vermeldt alleen dat het Account na twee jaar inactiviteit wordt gesloten door Microsoft. Artikel 4.a.ii dat voor zover relevant luidt als volgt:
1i. Het account gebruiken.
Uw Microsoft-account blijft alleen actief indien u het gebruikt. Dit betekent dat u zich ten minste eenmaal per twee jaar dient aan te melden om uw Microsoft-account en de bijbehorende Diensten actief te houden, tenzij een langere periode is bepaald in het Beleid inzake activiteit van het Microsoft-account op [.] of in een aanbieding voor een betaald onderdeel van de Diensten, of wettelijk is vereist. Indien u zich niet aanmeldt tijdens deze periode, nemen we aan dat uw Microsoft-account inactief is en wordt het door ons gesloten. (.. . )."

3.Het geschil

3.1.
[eiser/eiseres sub 2] c.s. vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Microsoft tot het verlenen van toegang van de Hotmail-account' [e-mailadres] ', en enig ander (e-mail) account (voor gegevensopslag), althans afgifte van de volledige inhoud van het account (inclusief (verwijderde) correspondentie met bijlagen, ingaand, uitgaand en anderszins) van de heer [A] en de inhoud van enig ander (data/opslag) account, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Microsoft daar niet aan voldoet, tot een maximum van € 100.000,- is bereikt en met veroordeling van Microsoft in de buitengerechtelijke kosten en (na)kosten.
3.2.
Ter onderbouwing van die vordering stelt [eiser/eiseres sub 2] c.s. dat [eiser/eiseres sub 1] - als beheersexecuteur, benoemd door de Rechtbank - tezamen met - de andere eisers het recht heeft op toegang tot het Hotmail-account ' [e-mailadres] ' of het recht heeft op afgifte van een kopie van alle gegevens met betrekking tot dat account (waaronder alle inkomende en uitgaande correspondentie met bijlagen) alsmede enig ander (opslag)account van wijlen de heer [A] . Het account en al hetgeen zich in dat account bevindt (inclusief mogelijke auteurs en intellectuele eigendomsrechten) en dat dus ook de digitale correspondentie op grond van artikel 3:83 samen gelezen met 3:8 BW onder de nalatenschap valt. Door de saisine regel (artikel 4:182 BW) - één van de kernbeginselen binnen het erfrecht - treedt een erfgenaam in de voetsporen van de overledene, in dit geval wijlen de heer [A] (erflater). Alle vererfbare vermogensbestanddelen uit de nalatenschap en alle voor vererving vatbare schulden gaan op de erfgenaam over krachtens een verkrijging onder algemene titel. [eiser/eiseres sub 2] heeft een belang bij verkrijging van de gegevens. De heer [A] dreef een eenmanszaak ‘ [naam eenmanszaak] ’ en communiceerde via het Hotmail-account, welke correspondentie essentieel is om alle rechten en plichten met betrekking tot het bedrijf en in privé te kennen in verband met de effectieve vereffening van de nalatenschap.
3.3.
Microsoft heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen, met veroordeling van [eiser/eiseres sub 2] c.s. in de proceskosten.
3.4.
Microsoft baseert haar verweer - kort weergegeven - op het volgende. Digitale correspondentie uit een e-mailaccount kan, in tegenstelling tot wat [eiser/eiseres sub 2] c.s. beweert, niet worden gekwalificeerd als een beperkt recht en is derhalve niet vatbaar voor overdracht onder bijzondere titel. Uit niets blijkt dat de artikelen 3:8 en 3:83 BW van toepassing zijn. Contractueel is tussen Microsoft en [A] niets geregeld in een situatie bij overlijden. Het e-mailaccount ingevolge de gebruikersovereenkomst en al hetgeen zich in dat account bevindt (inclusief mogelijke auteurs- en intellectuele eigendomsrechten) valt niet in de nalatenschap. Het Nederlandse recht is onduidelijk op dit punt. De inhoud van het account, in de vorm van digitale gegevens, kwalificeert echter niet als een vermogensbestanddeel of een schuld, de saisine regel is dus niet van toepassing. Microsoft dient als verwerkingsverantwoordelijke (in de zin van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)) de persoonsgegevens te beschermen van andere personen die mogelijk in het account staan en handelt om die reden zorgvuldig bij een verzoek tot toegang tot een account. Microsoft heeft bovendien onderzoek gedaan naar de identiteit van de (huidige) gebruiker en het lijkt dat sprake is van rechtmatig gebruik. Ook om die reden kan Microsoft niet zomaar toegang verschaffen aan [eiser/eiseres sub 2] c.s..
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid
4.1.
De kantonrechter is bevoegd kennis te nemen van de vordering van [eiser/eiseres sub 2] c.s.. Erfgenamen volgen de overledene op als partij bij de gebruiksovereenkomst, zodat de regels rond toepasselijk recht en bevoegde rechter bij verbintenissen uit overeenkomst hebben te gelden. De rechter van de woonplaats van de consument, in dit geval van de overledene en/of zijn erfgenamen, is bevoegd kennis te nemen van het geschil (artikel 17 Brussel I bis). Het Nederlands recht is van toepassing op grond van artikel 6 lid 2 Rome I. Daarnaast heeft als hoofdregel te gelden dat de rechter ook bevoegd is in zaken waar de erflater op het tijdstip van overlijden zijn gewone verblijfplaats had.
Gebruiksovereenkomst Microsoft en erflater
4.2.
Ter beoordeling ligt de vraag in hoeverre [eiser/eiseres sub 2] c.s. toegang dient te verkrijgen tot het Hotmail-account en de inhoud van de e-mail berichten van wijlen [A] . De kantonrechter stelt vast dat uit de door Microsoft gehanteerde voorwaarden c.q. beleid bij de gebruiksovereenkomst met erflater geen duidelijk beleid valt af te leiden met betrekking tot het omgaan met de accounts en gegevens van overleden gebruikers anders dan dat bij het inactief blijven van het gebruik van het desbetreffende account die na twee jaar wordt gesloten. De e-mailprovider mag het account dus beëindigen en de content verwijderen, indien het account twee jaar inactief is geweest. Ook niet is gebleken dat wijlen [A] aan Microsoft instructies heeft gegeven met betrekking tot het gebruik van het account na overlijden. Microsoft heeft kennelijk bij de aanmeldingsprocedure niet de mogelijkheid geboden aan te geven of de inhoud van het e-mailaccount na overlijden geopenbaard mag worden aan de nabestaanden. Een bepaling in de overeenkomst of algemene voorwaarden die direct ziet op het overlijden van de gebruiker ontbreekt.
Saisine regel
4.3.
Door de saisine regel van artikel 4:182 BW treedt een erfgenaam (ongeacht of deze persoon door de wet of door een testament is aangewezen) in de voetsporen van de overledene. Alle vererfbare vermogensbestanddelen uit de nalatenschap en alle voor vererving vatbare schulden gaan op de erfgenaam over krachtens een verkrijging onder algemene titel, wat zoveel wil zeggen als dat die verkrijging `automatisch' gaat. De goederen hoeven dus niet geleverd te worden. Ook goederen waarvan de erfgenaam geen weet heeft, gaan dus over. Onduidelijk is echter of digitale data als goederen kunnen worden aangemerkt. In de literatuur lijkt als heersend standpunt te gelden dat digitale data niet als zaken in de zin van art. 3:2 BW kunnen worden beschouwd, terwijl de eventuele vermogensrechtelijke status van digitale data evenmin helder is uitgekristalliseerd. Alles wat géén goed is en geen schuld, kan dus niet vererven. Een beroep op vererfbare vermogensbestanddelen kan dan ook voor digitale data vooralsnog niet, zonder dat daarvoor door de wetgever nadere regels zijn ontwikkeld, worden aanvaard. (zie daarvoor het rapport van april 2021 Data na de dood – juridische aspecten van digitale nalatenschappen productie 1 bij conclusie van repliek)
Overgang gebruiksovereenkomst
4.4.
De erfgenamen zijn echter in beginsel ook gebonden aan overeenkomsten die de erflater heeft gesloten, zowel wat betreft de rechten als de verplichtingen uit de overeenkomst. De persoon van de overledene wordt in zoverre voortgezet door de erfgenamen. Uitgangspunt is dat door het overlijden van een contractspartij, een overeenkomst niet van rechtswege eindigt. Erfgenamen volgen de erflater als rechtsverkrijgers onder algemene titel op als partij bij de overeenkomst, tenzij uit de overeenkomst iets anders voortvloeit (art. 6:249 BW). Als bijvoorbeeld de erflater met een social mediabedrijf heeft afgesproken dat zijn accounts worden gewist als hij is overleden of dat bepaalde personen hiertoe toegang moeten krijgen, dan zijn erfgenamen aan deze afspraak gebonden, ook al werkt deze pas na zijn overlijden. Hiervan te onderscheiden is de situatie waarin de overeenkomst zelf ophoudt te bestaan bij overlijden. Nu van beide situaties in het onderhavige geval geen sprake is, plaatst hen dit in de positie van de erflater en betekent dit in beginsel dat zij recht op toegang hebben tot het e-mailaccount en derhalve ook tot de informatie die aldus kan worden aangetroffen. Het ter beschikking stellen van het e-mailaccount is immers de kenmerkende prestatie waartoe de e-mailprovider zich heeft verplicht. De erfgenamen beschikken echter niet over de inloggegevens van het desbetreffende account.
4.5.
Of Microsoft verplicht is deze alsnog te verstrekken aan de erfgenamen hangt af van alle omstandigheden van het geval; het belang van erfgenamen enerzijds bij afgifte en het belang van Microsoft anderzijds bij het weigeren daarvan. Nu Microsoft weigert tot afgifte van de noodzakelijke inloggegevens begrijpt de kantonrechter het standpunt van [eiser/eiseres sub 2] c.s. aldus dat zij als erfgenamen een beroep doen op de aanvullende werking van art. 6:248 lid 1 BW, teneinde te bewerkstelligen dat een verbintenis voor Microsoft ontstaat tot het verrichten van een handeling (afgifte inloggegevens en de op het account aan te treffen informatie) waaromtrent niets was vastgelegd in de gebruiksovereenkomst met erflater. De aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid kan dan voor opvulling van een leemte in de gebruiksovereenkomst zorg dragen, waarbij rekening gehouden dient te worden met de belangen van ieder der partijen en de omstandigheden van het bijzondere geval.
4.6.
Microsoft voert aan dat zij als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) de rechten van derden (zoals contactpersonen van [A] ), waarvan zich persoonsgegevens in het account kunnen bevinden, in acht dient te nemen. Gezien de aard van de gegevens kan de mailbox ook gevoelige persoonsgegevens bevatten. Bovendien volgt uit onderzoek dat het account nog steeds actief is en dat vanwege de identiteit van de gebruiker het erop lijkt dat sprake is van rechtmatig gebruik. Aldus kan Microsft geen toegang verschaffen tot het account. [eiser/eiseres sub 2] c.s. voert aan dat zij een te respecteren belang heeft bij afgifte, omdat kennisname van belang is voor een effectieve vereffening van de nalatenschap zowel privé als met betrekking tot het door [A] gevoerde bedrijf van de [naam eenmanszaak] te [plaatsnaam 1] .
4.7.
De kantonrechter is van oordeel dat Microsoft een zeker belang heeft bij bescherming van persoonsgegevens, maar is tevens van oordeel dat een beroep op de AVG moet worden gepasseerd nu het regime van de AVG uitsluitend ziet op persoonsgegevens van levende personen. Naar huidig recht lijkt dan ook een lacune te bestaan in de bescherming van persoonlijke gegevens na de dood. Nu Microsoft noch [A] ten tijde van het sluiten van de gebruiksovereenkomst deze lacune hebben opgevuld en ook de wetgever daarin niet heeft voorzien, moet een beroep of afgeleid beroep op de AVG vooralsnog worden afgewezen. Het belang van [eiser/eiseres sub 2] c.s. is voldoende aannemelijk gemaakt en weegt zwaarder dan het belang van Microsoft. Dat het account thans nog in gebruik is bij een derde maakt dat niet anders. Het zijn immers de erfgenamen die in de plaats van erflater zijn getreden. Of dat gebruik door een derde als rechtmatig moet worden gekwalificeerd is onvoldoende gebleken en niet komen vast te staan. Wel is de kantonrechter van oordeel dat de afgifte van de inhoud van het account kan worden beperkt tot de datum van overlijden van [A] , te weten tot [overlijdensdatum] 2017 ter bescherming van de persoonsgegevens na het overlijden. De vordering tot toegang tot enig ander e-mail account wordt afgewezen nu dat onvoldoende is onderbouwd. Dit betekent dat de vordering van [eiser/eiseres sub 2] c.s. deels voor toewijzing in aanmerking komt.
4.8.
Microsoft zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt Microsoft tot het aan [eiser/eiseres sub 2] c.s. verlenen van toegang van de Hotmail-account ‘ [e-mailadres] ’, althans afgifte van de volledige inhoud van het account (inclusief (verwijderde) correspondentie met bijlagen, ingaand, uitgaand en anderszins) van [A] tot [overlijdensdatum] 2017 op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat of gedeelte daarvan Microsoft daar niet aan voldoet, tot een maximum van € 25,000,00.
veroordeelt Microsoft tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiser/eiseres sub 2] c.s., tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 715,93, waarin begrepen € 498,00 aan salaris gemachtigde;
veroordeelt Microsoft, onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door [eiser/eiseres sub 2] c.s. volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op: - € 132 aan salaris gemachtigde; - te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 15 december 2021.