Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 december 2021 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
[derde partij] B.V., te [woonplaats]
Rechtbank Midden-Nederland
Op 21 december 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde J. Bel, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen als verweerder. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van 8 februari 2021, waarin zijn bezwaar tegen een wijziging van zijn arbeidsongeschiktheidspercentage per 15 juli 2020 ongegrond werd verklaard. Eiser was sinds 22 mei 2017 ziek en had eerder een WIA-uitkering ontvangen. De rechtbank heeft de zaak op 29 september 2021 behandeld, waarbij eiser aanwezig was, maar de verweerder en de derde-partij niet verschenen. De rechtbank heeft besloten dat de medische beoordeling van de verzekeringsartsen zorgvuldig was en dat er geen aanleiding was om de vastgestelde beperkingen te betwisten. Eiser had geen toestemming gegeven om medische gegevens met de derde-partij te delen, wat leidde tot geheimhouding van bepaalde informatie. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen proceskostenveroordeling volgt. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.