ECLI:NL:RBMNE:2021:625
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing over WIA-uitkering en terugvordering van teveel uitgekeerd bedrag
Op 18 februari 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiser had eerder een WIA-uitkering toegekend gekregen met een mate van arbeidsongeschiktheid van 35-80%. Echter, na een besluit van 14 februari 2019 werd eiser medegedeeld dat hij een bedrag van € 1438,37 moest terugbetalen over een bepaalde periode. Eiser ging in bezwaar tegen deze besluiten, maar zijn bezwaar werd ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 13 januari 2021, die via Skype plaatsvond, is eiser niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de verweerder wel aanwezig was. De rechtbank constateerde dat eiser in zijn bezwaarschrift geen inhoudelijke medische gronden had aangevoerd tegen de toekenning van de WIA-uitkering. Eiser had aanvankelijk alleen arbeidskundige gronden aangevoerd, maar deze had hij later ingetrokken. In beroep voerde eiser aan dat zijn beperkingen waren onderschat en dat hij de functies niet kon verrichten, maar de rechtbank oordeelde dat deze stelling niet voldoende onderbouwd was.
De rechtbank concludeerde dat het bezwaar en het beroep gericht waren tegen het ondeelbare rechtsgevolg van de vaststelling van de WIA-uitkering en de terugvordering van het teveel uitgekeerde bedrag. Aangezien eiser geen voldoende argumenten had aangedragen om het bestreden besluit te vernietigen, verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door rechter N.H.J.M. Veldman-Gielen en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.