ECLI:NL:RBMNE:2021:6313

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 december 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
UTR 21/4625
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting winkel wegens illegaal gokken

Deze zaak betreft een voorlopige voorziening die is aangevraagd door verzoeker, de eigenaar van een winkel in Utrecht, tegen een besluit van de burgemeester om zijn winkel voor de duur van 12 maanden te sluiten vanwege illegale gokactiviteiten. De burgemeester heeft op 18 november 2021 besloten tot sluiting na een controle op 13 oktober 2021, waaruit bleek dat er illegaal gegokt werd via een mobiele telefoon die in de winkel werd aangetroffen. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 3 december 2021 behandeld en het onderzoek voortgezet op 7 december 2021. Tijdens de zittingen is verzoeker bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de burgemeester zich liet vertegenwoordigen door haar gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de burgemeester op basis van de bevindingen van de toezichthouders en de Kansspelautoriteit (Ksa) heeft kunnen concluderen dat er illegaal gegokt wordt in de winkel van verzoeker. De aangetroffen mobiele telefoon, die gebruikt werd voor het gokken, en de grote som contant geld die in de winkel werd aangetroffen, ondersteunen deze conclusie. Verzoeker betwist dat er illegale activiteiten plaatsvinden en stelt dat de telefoon een privé-telefoon is. Echter, de voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester voldoende redenen had om de sluiting te rechtvaardigen, gezien de ernst van de situatie en de risico's voor de openbare orde.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de belangen van de openbare orde zwaarder wegen dan de belangen van verzoeker. De sluiting van de winkel voor de duur van een jaar wordt als proportioneel beschouwd, gezien de aard van de overtredingen en de eerdere betrokkenheid van verzoeker bij illegale gokactiviteiten. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse en is openbaar uitgesproken op 14 december 2021.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/4625

uitspraak van de voorzieningenrechter van 14 december 2021 in de zaak tussen

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. M. Aygün),
en

de burgemeester van de gemeente Utrecht, de burgemeester

(gemachtigde: mr. M. Buitenhuis).

Procesverloop

In het besluit van 18 november 2021 heeft verweerder besloten om het pand van verzoeker aan de [adres] voor de duur van 12 maanden te sluiten.
Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 3 december 2021 op zitting behandeld. Het onderzoek is voortgezet op de zitting van 7 december 2021. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Waar gaat deze zaak over?
Deze zaak gaat over de sluiting door de burgemeester van het pand aan [adres] . Verzoeker exploiteert in dit pand sinds november 2017 een [winkel] . De burgemeester heeft besloten tot de sluiting, omdat zij van mening is dat in het pand illegale gokactiviteiten plaatsvinden. Dit levert een gevaar op voor de openbare orde en daarom wordt het pand voor de duur van 12 maanden gesloten.
Waarop baseert de burgemeester zich?
De burgemeester baseert haar besluit allereerst op een controle die op 13 oktober 2021 is uitgevoerd door de politie, de gemeente en de Kansspelautoriteit (Ksa) naar aanleiding van meldingen over illegaal gokken in de winkel van verzoeker. Van deze controle is door de politie op 15 oktober 2021 een bestuurlijke rapportage opgesteld en zijn op 20, 25 en 26 oktober 2021 processen-verbaal van bevindingen opgemaakt door toezichthouders van de gemeente. De Ksa heeft op 19 oktober 2021 een verslag opgemaakt.
Tijdens de controle is een mobiele telefoon, een witte Iphone, van verzoeker aangetroffen waarmee gegokt kan worden via de app ‘Winner 724.com’ die in Nederland illegaal is. Er is sprake van een enorme inzet op deze app. Op de telefoon is de gebruiker ‘ [T] ’ aangemeld. Via deze gebruiker kunnen meerdere klanten worden weergegeven met gebruikersnaam en saldo. Op het account kan een overzicht worden gegenereerd van de ‘Bet omzet’, te weten bijna € 3.000.000. De Ksa concludeert dat met het partner account op de telefoon van verzoeker accounts (klanten) kunnen worden aangemaakt en opgewaardeerd. Door de uitsplitsing van ‘Bet omzet’ en ‘Casino omzet’ in het accountoverzicht is het aannemelijk dat er door de aangemaakte accounts voor klanten zowel weddenschappen op sportwedstrijden konden worden afgesloten als casinospelen mee worden gespeeld. Aannemelijk is dan ook dat er in de winkel van verzoeker gelegenheid wordt gegeven om illegaal te gokken, volgens de Ksa. Op de telefoon zijn bovendien whatsapp gesprekken aangetroffen waarin contact is over het inzetten van geldbedragen op wedstrijden. Verder zijn door de inspecteurs in het pand twee kassalades aangetroffen waarvan er één niet was aangesloten op het kassasysteem. In deze lade zat een bedrag van € 17.000,- aan contant geld, waarvan veel briefjes van € 200,-. Ook had verzoeker nog € 5.000,- contant in zijn broekzak zitten.
Wat voert verzoeker aan?
Verzoeker bestrijdt dat er in zijn winkel illegale gokactiviteiten plaatsvinden. De aangetroffen mobiele telefoon is een privé-telefoon, waarop hij zelf gokt. Er is geen bewijs dat hij klanten laat gokken; er is geen enkele getuigenverklaring waaruit dit zou blijken. Dat één toezichthouder iets zou hebben gezien, is onvoldoende voor de conclusie dat er illegaal wordt gegokt. Er wordt ook niet voldaan aan het criterium van ‘gelegenheid bieden’ in zin van artikel 1 van de Wet op de kansspelen (Wok).
Wat vindt de voorzieningenrechter ervan?
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester op grond van de bevindingen van de toezichthouders van de gemeente en de Ksa heeft kunnen concluderen dat in de winkel van verzoeker illegaal wordt gegokt. Het rapport van de Ksa biedt hiervoor voldoende grondslag. De stelling van verzoeker dat de aangetroffen telefoon een privé-telefoon is waarop hij zelf gokt, is onvoldoende om de conclusie van de Ksa te weerleggen. Dat er geen getuigenverklaringen van klanten, bezoekers of derden zijn waarin zij verklaren dat zij via de telefoon van verzoeker en in zijn winkel hebben gegokt en geld hebben ingezet via het account ‘ [T] ’ doet evenmin afbreuk aan de conclusie van de Ksa. Er zijn namelijk voldoende andere bijkomende aanwijzingen voor de juistheid van de conclusie van de Ksa en de burgemeester. Zo is er een grote som contant geld aangetroffen en staan op de telefoon van verzoeker whatsapp conversaties die gaan over het inzetten, opwaarderen van geld en worden afspraken gemaakt om betalingen te doen aan en te ontvangen van de eigenaar van de telefoon. Niet aannemelijk is dat deze conversaties (enkel) betrekking hebben op legale gokactiviteiten, zoals verzoeker stelt, omdat in de conversaties ook screenshots zijn aangetroffen van illegale gokwebsites en van de app ‘Winner 274.com’.
De burgemeester heeft verder van belang mogen achten dat verzoeker in het verleden al meerdere malen in verband is gebracht met illegale gokactiviteiten bij zijn bedrijfsvoering.
De vraag of verzoeker door het aanbieden van illegale gokactiviteiten ook een overtreding van artikel 1 van de Wok begaat, hoeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet te worden beantwoord. De bevoegdheid om tot sluiting van de winkel van verzoeker over te gaan, ontleent de burgemeester aan artikel 2:46, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht (APV). Dit artikel bepaalt dat de burgemeester een voor het publiek openstaand gebouw kan sluiten in het belang van – onder meer – de openbare orde. Daarvoor is niet nodig dat vastgesteld wordt dat de verweten gedragingen ook kwalificeren als een overtreding van de Wok.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester zich op het standpunt mogen stellen dat het aanbieden van illegaal gokken in de winkel van verzoeker een gevaar vormt voor de openbare orde. Allereerst hecht de voorzieningenrechter daarbij waarde aan de anonieme meldingen die zijn gedaan dat er in de winkel van verzoeker illegaal wordt gegokt. De voorzieningenrechter acht aannemelijk dat dit op grote schaal is gebeurd. Via de gebruiker ‘ [T] ’ op de in de winkel van verzoeker aangetroffen telefoon van verzoeker werd namelijk een omzet van bijna € 3.000.000 gegenereerd. Daar komt bij dat uit vaste rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) [1] volgt dat de burgemeester zich in het algemeen op het standpunt mag stellen dat met illegaal gokken de openbare orde nadelig wordt beïnvloed. Daarbij wordt van belang geacht dat bij illegale gokactiviteiten geen sprake is van consumentenbescherming, verslavingspreventie en correcte afdracht van middelen. Ook kan niet worden gewaarborgd dat minderjarigen geen toegang krijgen tot de activiteiten. In het algemeen geldt dat illegale gokactiviteiten criminaliteit aantrekken doordat er veel geld in omgaat en door de aanwezigheid van veel contant geld, zoals ook in dit geval. In de winkel van verzoeker is veel contant geld in grote coupures aangetroffen in de niet op het kassasysteem aangesloten kassalade. De voorzieningenrechter volgt verzoeker niet in zijn verklaring voor de aanwezigheid van deze hoeveelheid contact geld. Niet is na te gaan of het geld uit de kassalade ook daadwerkelijk in de boekhouding van verzoeker is opgenomen. Dit volgt niet uit de door verzoeker overgelegde bankafschriften en afstortbewijzen. Bovendien heeft de burgemeester van belang mogen achten dat de winkel van verzoeker in een kwetsbaar gebied ligt, waar het woon- en leefklimaat al onder druk staat. Dat er zich in de winkel van verzoeker nooit conflicten en/of geweldincidenten hebben voorgedaan of anderszins overlast is veroorzaakt, zoals verzoeker stelt, is niet doorslaggevend.
9. Verzoeker voert verder nog aan dat de sluiting van zijn winkel voor de duur van een jaar niet evenredig en disproportioneel is. In haar beleid [2] heeft de burgemeester bepaald dat in het geval van criminele activiteiten waarbij de ondernemer/eigenaar een verwijt kan worden gemaakt, een sluiting voor de duur van (maximaal) één jaar volgt. De burgemeester heeft ook in dit geval voor de termijn van een jaar gekozen, omdat zij meent dat met deze termijn het gevaar voor de openbare orde kan worden weggenomen en het woon- en leefklimaat kan herstellen. Door deze termijn wordt de loop naar het pand doorbroken en de bekendheid van het pand in de klantenkring als zijnde een pand waar illegaal gegokt en mogelijk criminele activiteiten worden gefaciliteerd doorbroken kan worden. Een kortere termijn acht zij daarvoor niet geschikt.
10. Vooralsnog ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om te oordelen dat de burgemeester de gekozen sluitingsduur onvoldoende heeft gemotiveerd. De aard van de overtreding en de bekendheid van (de winkel van) verzoeker, ook al vanuit het verleden, als zijnde een pand waar illegaal gegokt kan worden, rechtvaardigen de sluiting voor de duur van een jaar. De voorzieningenrechter onderkent dat verzoeker zwaar wordt getroffen in zijn belangen, maar is van oordeel dat de burgemeester de belangen van de openbare orde in dit geval zwaarder heeft mogen laten wegen.
10. Het voorgaande betekent dat het bezwaar van verzoeker naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen redelijke kans van slagen heeft. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening daarom af.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.M.L. Bressers, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 14 december 2021.
Griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

2.Aangepaste beleidsregel sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen