In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 2 december 2021, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de ongegrondverklaring van haar bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat eiseres haar voertuig met kenteken [kenteken] had geparkeerd op een parkeerplaats aan de Luifel in de gemeente Zeist op 13 augustus 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar is gedaan door een medewerker van ParkeerService U.A., maar dat er geen bewijs is overgelegd waaruit blijkt dat deze medewerker bevoegd was om de uitspraak te doen. De rechtbank heeft verweerder verzocht om stukken over te leggen die de bevoegdheid van de medewerker aantonen, maar deze zijn niet verstrekt. De rechtbank concludeert dat er geen aanwijzingsbesluit van het college van burgemeester en wethouders is overgelegd, waardoor niet kan worden vastgesteld wie als heffingsambtenaar is aangewezen. Ook is het mandaatbesluit niet gepubliceerd, wat volgens de rechtbank noodzakelijk is voor de rechtsgeldigheid. De uitspraak op bezwaar is niet ondertekend en de naam van de medewerker ontbreekt, waardoor de rechtbank niet kan verifiëren of de uitspraak daadwerkelijk door een bevoegde persoon is gedaan. Gezien deze tekortkomingen oordeelt de rechtbank dat de uitspraak op bezwaar onbevoegd is genomen, waardoor het beroep van eiseres kennelijk gegrond is. De rechtbank vernietigt de bestreden uitspraak op bezwaar en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met deze uitspraak. Tevens moet verweerder het griffierecht aan eiseres vergoeden.