ECLI:NL:RBMNE:2021:6565
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 29 oktober 2021, wordt het beroep van eiser, een inwoner van Slowakije, tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen behandeld. Het beroep betreft een besluit dat op 14 mei 2021 door de verweerder is genomen. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht. Dit is in overeenstemming met artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De reden voor deze beslissing is dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 49,- niet heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Awb is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De rechtbank heeft eiser op 13 augustus 2021 een aangetekende brief gestuurd waarin hij werd geïnformeerd over de betaling van het griffierecht en de termijn waarbinnen dit moest gebeuren.
Aangezien het griffierecht niet op tijd is betaald en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor deze niet-betaling, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van J. Fagel, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.