ECLI:NL:RBMNE:2021:6573
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht en ontbreken beroepsgronden
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 8 november 2021, wordt het beroep van eiser(es) tegen een onbekend besluit behandeld. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk is. Eiser(es) heeft het griffierecht van € 178,- niet betaald en het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. De rechtbank heeft eiser(es) op 23 mei 2021 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden, maar het bedrag is niet ontvangen. Eiser(es) heeft geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht.
Daarnaast is het van belang dat iemand die in beroep gaat, moet aangeven waarom hij het niet eens is met het besluit en dit moet onderbouwen. De rechtbank heeft eiser(es) op 10 maart 2021 een aangetekende brief gestuurd waarin werd verzocht om binnen vier weken aan te geven waarom hij/zij het niet eens is met het besluit en een kopie van het besluit te overleggen. Eiser(es) heeft echter niet gereageerd op deze brief. Gezien het ontbreken van zowel de betaling van het griffierecht als de noodzakelijke beroepsgronden, concludeert de rechtbank dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van J. Fagel, griffier. De beslissing is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.