ECLI:NL:RBMNE:2021:6578
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken beroepsgronden en besluit
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 9 november 2021, wordt het beroep van eiser, ingediend op 26 juli 2021, niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk is. Dit is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat als het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen.
De rechtbank legt uit dat een eiser in beroep moet aangeven waarom hij het niet eens is met het besluit en dit moet onderbouwen met zogenaamde 'beroepsgronden', zoals vereist in artikel 6:5 van de Awb. In dit geval heeft eiser geen beroepsgronden genoemd, wat leidt tot de conclusie dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan behandelen. Bovendien is eiser op 13 september 2021 per aangetekende brief geïnformeerd over de noodzaak om binnen vier weken te reageren en een kopie van het besluit in te dienen, maar hij heeft hierop niet gereageerd.
De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.