ECLI:NL:RBMNE:2021:659
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging Anw-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid na heronderzoek door UWV
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. Eiseres had een Anw-uitkering aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot in 2006, omdat zij meer dan 45% arbeidsongeschikt was. In 2019 heeft de Sociale Verzekeringsbank een heronderzoek laten uitvoeren door het UWV, dat concludeerde dat eiseres niet langer meer dan 45% arbeidsongeschikt was. Hierop heeft de Sociale Verzekeringsbank de uitkering van eiseres beëindigd per 31 oktober 2020, met een nabetaling van € 3.464,12 voor de periode tot die datum.
Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 29 januari 2021, die via een Skype-verbinding plaatsvond, heeft eiseres haar standpunt toegelicht, waarbij zij aangaf dat haar gezondheid was verslechterd en dat zij niet in staat was om vier dagen per week te werken. De rechtbank heeft de vraag te beantwoorden of de Sociale Verzekeringsbank terecht heeft vastgesteld dat eiseres per 31 oktober 2020 minder dan 45% arbeidsongeschikt was.
De rechtbank oordeelde dat de rapporten van de verzekeringsartsen zorgvuldig waren opgesteld en dat er geen tegenstrijdigheden in de rapporten waren. Eiseres had niet voldoende medische gegevens overlegd om haar standpunt te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de Sociale Verzekeringsbank een goed besluit had genomen en dat eiseres vanaf 31 oktober 2020 geen recht meer had op een Anw-uitkering. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.