ECLI:NL:RBMNE:2021:6658
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening en gebrek aan beroepsgronden
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 5 februari 2021, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht behandeld. Het besluit waartegen beroep is ingesteld, dateert van 7 augustus 2020. De rechtbank stelt vast dat het beroepschrift te laat is ingediend, aangezien dit pas op 20 september 2020 door de rechtbank is ontvangen, terwijl de wettelijke termijn voor indiening op 18 september 2020 verstreken was. De rechtbank oordeelt dat er geen geldige redenen zijn aangevoerd voor de te late indiening van het beroepschrift.
De rechtbank heeft eiser op 2 december 2020 in een brief verzocht om binnen vier weken te reageren op de vraag waarom het beroepschrift te laat is ingediend. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze brief. Daarnaast is eiser ook verzocht om de beroepsgronden, de redenen waarom hij het niet eens is met het besluit, te specificeren. Ook hierop heeft eiser geen reactie gegeven.
Gelet op het feit dat eiser niet heeft voldaan aan de wettelijke eisen voor het indienen van een beroep, en er geen geldige redenen zijn aangevoerd voor de te late indiening, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens zijn met deze uitspraak.