In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 29 november 2021, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst / Toeslagen. Eiseres heeft een aanvraag tot herbeoordeling ingediend, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres de Belastingdienst op 21 september 2021 in gebreke heeft gesteld, waarna de wettelijke termijn van twee weken is verstreken zonder dat er een besluit is genomen. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de Belastingdienst in gebreke is gebleven.
De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank wijst erop dat een bestuursorgaan verplicht is om binnen een bepaalde termijn te beslissen op aanvragen en dat een ingebrekestelling noodzakelijk is om in beroep te kunnen gaan. De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst uiterlijk op 31 december 2021 een besluit moet nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat eiseres recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 374,-, en dat het griffierecht door de Belastingdienst aan eiseres moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.