Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Rekestnummer: 21/1896
[verzoeker] ,
domicilie kiezende ten kantore van diens raadsman, mr. J. Visscher, advocaat te Amersfoort.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 17 november 2021 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek om vergoeding van kosten van de raadsman. Het verzoekschrift was ingediend op 28 juli 2021 door verzoeker, die door de politierechter op 1 juli 2021 was vrijgesproken. Verzoeker heeft verzocht om een vergoeding van € 2.955,03 voor de kosten van de raadsman, alsook de kosten voor het indienen en mondeling behandelen van het verzoekschrift. De rechtbank heeft het verzoek behandeld in een openbare raadkamer op 3 november 2021, waarbij de officier van justitie en de raadsman van verzoeker aanwezig waren. Verzoeker zelf is niet verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van de gemaakte reis- en verblijfskosten, evenals de kosten van rechtsbijstand, aangezien de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. De officier van justitie had aanvankelijk voorgesteld om de kilometervergoeding te matigen, maar heeft ter zitting ingestemd met een integrale toewijzing van de kosten. De raadsman heeft betoogd dat de kilometervergoeding integraal moet worden vergoed, tenzij deze onredelijk is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gevraagde kilometervergoeding van €0,32 per kilometer niet onredelijk is en heeft het verzoek om vergoeding van de kosten van de raadsman volledig toegewezen.
De rechtbank heeft uiteindelijk een totaalbedrag van € 3.635,03 aan verzoeker toegewezen, bestaande uit de kosten van de raadsman en de kosten voor het indienen en toelichten van het verzoekschrift. De beslissing is genomen door mr. G. Schnitzler, rechter, en is uitgesproken in openbare raadkamer. Tegen deze beslissing staat voor zowel verzoeker als het openbaar ministerie hoger beroep open.