ECLI:NL:RBMNE:2021:6799

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 september 2021
Publicatiedatum
8 november 2022
Zaaknummer
9372675 \ MC EXPL 21-4948
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake vordering van Innova Energie B.V. tegen gedaagde partij

Op 15 september 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen Innova Energie B.V., gevestigd te Delft, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door gemachtigde B.E.J. Caminada, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die niet tijdig heeft geantwoord op de dagvaarding en ook geen uitstel heeft gevraagd. Hierdoor is er verstek verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de consumentenbeschermende voorschriften zijn nageleefd en dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen, met inachtneming van de wettelijke rente die vanaf 29 juli 2021 verschuldigd is, aangezien de rente tot en met 28 juli 2021 reeds was meegevorderd.

De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van € 505,05 aan de eisende partij, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 427,12 vanaf 29 juli 2021. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 733,15, inclusief € 124,00 aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is in het openbaar uitgesproken door mr. R.M. Berendsen, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier op 15 september 2021.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Almere
zaaknummer: 9372675 \ MC EXPL 21-4948

Verstekvonnis d.d. 15 september 2021

inzake
Innova Energie B.V.
gevestigd te Delft
gemachtigde B.E.J. Caminada, gerechtsdeurwaarder
eisende partij,
tegen
[gedaagde]
wonende [adres]
[woonplaats]
gedaagde partij,
niet verschenen.

De overwegingen van de kantonrechter

De eisende partij heeft een vordering ingesteld.
De gedaagde partij heeft niet (tijdig) geantwoord en evenmin uitstel gevraagd, zodat tegen deze verstek is verleend.
Voor zover dat aan de orde is constateert de kantonrechter dat de toepasselijke consumentenbeschermende voorschriften zijn nageleefd.
De vordering zal, nu deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, bij verstek worden toegewezen met dien verstande, dat de gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 29 juli 2021, nu blijkens het lichaam van de dagvaarding reeds de rente tot en met 28 juli 2021 is meegevorderd.
De gedaagde partij wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.
De kosten aan de zijde van de eisende partij worden begroot op:
- dagvaarding € 102,15
- griffierecht € 507,00
- salaris gemachtigde
€ 124,00(1 punt(en) x tarief € 124,00)
Totaal € 733,15.
De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt de gedaagde partij om aan de eisende partij tegen bewijs van kwijting te betalen € 505,05, vermeerderd met de wettelijke rente over € 427,12 vanaf 29 juli 2021 tot de voldoening;
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de eisende partij, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 733,15, waarin begrepen € 124,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 15 september 2021.
Grosse afgegeven aan de gemachtigde van de eisende partij d.d.
15 september 2021